De cardanbalk overspant in zijn lengterichting
de schuifsponning. De lange zijden van de
cardanbalk dragen smeedstalen assen waarom
heen de cilinder kan scharnieren door middel
van kogelgewrichtslagers.
De kogelgewrichtslagers zijn ondergebracht in
twee tegenover elkaar liggende boringen in het
verdikte cardanstuk van de cilinder. De cardan-
balken zelf zijn uitgevoerd als kokerliggers.
Naar verwachting zullen de hoekverdraaiingen
van de cilinders ten opzichte van de cardanbalk
niet groot zijn. Daarom is voor de afdichting
van het lager een robuust maar stijf rubberen
profiel gekozen, dat gedeeld wordt aangebracht,
na montage gelijmd en met een verstelbare
klemband op zijn plaats gehouden.
De lagers draaien op kunststof tabletten. De
levensduur daarvan kon niet afdoend worden
onderzocht. Wel werden ze langdurig onderwor
pen aan een hamerende belasting, die nog het
meest lijkt op de belasting die te verwachten is
bij het bewegen van de schuif. De lagers
behoeven zelf geen smering, maar worden wel
geheel gevuld met vet, als bescherming tegen
corrosie. Aan de beide korte zijden zijn de
cardanbalken voorzien van soortgelijke lagers,
waarin smeedstalen pennen draaien voor hun
bevestiging op de lagerstoelen. Deze korte
zijden bestaan uit plaatliggers met een randver-
stijving. Ze kunnen de temperatuuruitzetting
van de lange zijden geheel door vervorming
opnemen.
De cardanbalk zelf is een gelaste constructie,
opgebouwd uit platen van verschillende dikte.
Veel aandacht werd daarbij besteed aan de
vormnauwkeurigheid. De juiste lasvolgorde is
voorgeschreven en er wordt gebruik gemaakt
van lasmallen. Ook aan de lagerstoelen zat veel
zwaar laswerk. Ze zijn opgebouwd uit dikwan-
Fig. 3. Cardanbalk
Assemblage van cilinders. De
linker is al samengesteld, en
wordt nu afgeperst.
De staalconstructie voor de
verbinding van het onderoog
en de schuif.
Cardanstoelen, met behulp
waarvan de cardanbalken
scharnierend op de pijlers
bevestigd worden.
476