drukcontacten en de besturing van de hydrau- liek. De Centrale Computer verzendt de com mando's voor de schuifbewegingen en com mandeert nadat die zijn uitgevoerd tot het starten van de conserveringsinstallatie of het schakelen van de hoogspanningsschakelaars. Om technische redenen verloopt deze gege vensuitwisseling in twee stappen. Halverwege tussen lokale installaties en Centrale Computer zijn zogenaamde verzame laars geschakeld, micro-computers die per sluitgat, of zoals in het geval van de Roompot per half sluitgat, de gegevens en commando's bundelen. Een micro-computer in deze verza melaars maakt het mogelijk via een eenvoudige kabel snel en veel gegevens over te seinen. De verzamelaars en de bijbehorende omzetters worden ondergebracht in de schakelkasten van de lokale installaties R9, R24, S8 en H8. In het 'Ir. J. W. Topshuis' op Neeltje Jans wordt de Centrale Computer geïnstalleerd, met daarop aangesloten het centrale wandpaneel, de bedieningslessenaar, een aantal grafische beeldschermen en printers, een telefooncentra le, de vier verzamelaars en enkele kleinere apparaten. Om te voorkomen dat bij elke storing in een van de 62 lokale installaties ter plekke een onderzoek moet worden ingesteld naar de aard en de ernst van de storing, waartoe een onderhoudsmonteur vanuit het Centrale Bedieningsgebouw al gauw enkele kilometers zou moeten afleggen, is het via het datanet mogelijk gemaakt de situatie waarin de schuiven, de hydrauliek of de besturingsinstal latie verkeren, weer te geven op de centrale beeldschermen. Ter wille van de archief-vorming worden alle meldingen van storing evenals de opdrachten tot bewegen van de schuiven door middel van een printer op papier vastgelegd. Bovendien is voorzien in een telefonisch oproepsysteem, waarmee de onderhoudsdienst bij ernstige storingen kan worden gewaarschuwd. 'Veilige' en 'alternatieve' bediening Vanuit de Centrale Bedieningsruimte is het op twee manieren mogelijk de kering te openen of te sluiten. De meest betrouwbare manier, die de kleinste kans van falen heeft, heet daarom de 'veilige bediening'. De faalkans ligt hier op 10-3 keer per jaar. Maar dit wil natuurlijk niet zeggen dat de andere onveilig zou zijn; die heet daarom de 'alternatieve'. Bij de 'veilige bediening' loopt een drievoudig uitgevoerde kabel rechtstreeks van de Centrale Bedienings installatie naar de ingangen van de plaatselijke installaties. Met één druk op de knop gaan alle schuiven in gelijke mate omhoog, omlaag of stoppen. De alternatieve bediening biedt heel wat meer mogelijkheden. De bedieningsopdrachten worden nu doorgegeven aan de Centrale Computer en van daaruit via het datanet aan de lokale computers gezonden. Hierbij kan gekozen worden tussen collectieve en individu ele bediening van de schuiven. Bij de collectieve bediening staan verschillende van tevoren ingeprogrammeerde sluitingstechnieken ter beschikking. Bij voorbeeld: alle schuiven in gelijke mate dicht, alleen alle even schuiven dicht, of korte schuiven starten hun beweging een half uur na de lange, of de schuiven in de Hammen stoppen op 1 m boven de drempel. Wat individuele schuifbediening is, spreekt voor zichzelf. Stand van zaken Het besturingsproject begon in 1979 met het opstellen van een uitgebreide specificatie van de eisen waaraan de programmatuur en de apparatuur zouden moeten voldoen. Daarop volgde een functionele beschrijving van de hydrauliek, van de besturing ervan en de controle erop, een voorlopig ontwerp van de lokale bedieningspanelen en een beschrijving van alle andere functies die de lokale besturings installatie zou hebben te verrichten. Ook de klimaateisen werden gedefinieerd. In een proefopstelling werden de eisen nader uitge werkt, maar nog steeds in zeer algemene termen. De detaillering kon worden verschoven naar een later tijdstip, minder ver van de opleveringsdatum van de kering. Na aanbeste ding van het definitieve ontwerp en de vervaar diging van de apparatuur en programmatuur kon in juni 1983 een eerste prototype worden 487

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1984 | | pagina 31