kan niet zonder meer een afleiding buitenom
gemaakt worden die het kunstwerk als een kooi
van Faraday omsluit, zoals bij gebouwen en
torens gebruikelijk is.
De beste bevdiligingsmethode zou bestaan uit
een reeks hoge masten tussen de cilinders,
onderling met spandraden verbonden, een
techniek die bij hoogspanningslijnen wordt
toegepast. Hoewel daarmee rechtstreekse
inslag op de cilinders en schuiven voorkomen
kan worden, blijft het probleem van de afleiding
naar de aarde bestaan. Afleiding via de wape
ning van het hamerstuk en de pijler zou tot
grote spanningsverschillen leiden tussen de
wapening en de spanstaven van de cardanbalk,
en dan zit men nog met hetzelfde probleem als
bij een directe inslag op de cilinders. De enige
afdoende afleiding zou een aantal leidingen
zijn die buitenom de hamerstukken en de
pijlers liepen en wel zo dat geen overslag zou
kunnen plaatsvinden naar het wapeningsijzer
en de stalen constructies van schuiven,
geleidingen, cilinders, trappen en bordessen.
Praktisch gesproken is deze wijze van afleiding
onmogelijk, terwijl opvangmasten en spandra
den buitengewoon kostbaar zouden zijn, nog
afgezien van de esthetische bezwaren. Van
deze methode is dus afgezien.
De oplossing wordt nu gezocht in een totaal
andere richting. De cilinders zullen als opvang-
punt moeten dienen voor de bliksemontlading.
Door juist opzettelijk de kortste weg binnendoor
voor de bliksem te banen zal men trachten
ongelukken en schades te voorkomen.
De geïsoleerde stalen constructies en wape-
ningsnetten worden doorgekoppeld met met
gas gevulde overspannings-afleiders, zodat
geen overslag meer zal plaats kunnen vinden
op oncontroleerbare plaatsen. Zulke koppelin
gen zullen moeten worden aangebracht tussen
de stoel van de cardanbalk en een aan het
wapeningsijzer van het hamerstuk gelaste
aardstek en ook tussen het bevestigingspunt
van de spanstaven aan de onderzijde van het
hamerstuk en de wapening. De impedantie van
de afleiding via het wapeningsijzer dient zoveel
mogelijk verlaagd te worden om dat deel van
de ontlaadstroom dat afvloeit via de zuiger, zo
klein mogelijk te houden. Daarmee kan bescha
diging worden voorkomen van de afdichtende
manchet.
Om dit te bereiken zal de wapening in het
hamerstuk volledig worden doorgelast, en
zullen extra aardstekverbindingen tussen pijler
en hamerstuk worden aangebracht. Naarmate
deze verbindingen beter zijn zal er ook minder
stroom afvloeien over de spankabels. Bovenop
elke cilinder wordt een stalen pijp gemonteerd
die zal dienen als opvangpunt voor de bliksem,
zodat er geen schade optreedt aan de spanhou
ten van het cilinderdeksel.
Met behulp van gevlochten koperen kabels
wordt een laag-Ohmige overbrugging tot stand
gebracht van de lagers van het cardan en van
het onderoog van de zuiger. Alle elektrische
apparatuur die bij de cardanbalk is opgesteld
wordt bovendien voorzien van overspannings
afleiders, evenals de elektrische en hydrauli
sche leidingen die vanaf de pijlers de verkeers-
kokers binnenkomen.
494