Hijsframes voor de elementen
Zoals bekend wordt de Oosterscheldekering
opgebouwd uit geprefabriceerde elementen,
die worden opgestapeld op een bouwterrein
onder water. De voornaamste losse elementen
zijn de onder- en bovenmatten, de pijlers, de
dorpel- en bovenbalken, de hamerstukken, de
bewegingswerken en de schuiven.
Voor het plaatsen van matten en pijlers werd
speciaal materieel ontwikkeld, met name de
werkschepen 'Cardium' en 'Ostrea'. De overige
hier opgesomde elementen zouden moeten
worden geïnstalleerd door een speciale
drijvende bok. Dit werd de Taklift IV'. Om een
indruk te geven van de taken waar deze bok
voor staat, geven we een lijstje van de elementen
die hij achtereenvolgens moet plaatsen, ieder
met hun stukgewicht:
landhoofd-
verkeerskokers
moten landhoofd-
verkeerskokers
verkeerskokers
hamerstukken
schuiven
bewegingswerken
dorpelbalken
bovenbalken
overige elementen
1 x 1521 t; 5 x 1770 t
617 t
13001
480 t
260 tot 480 t
75 tot 140 t
2700 t
12001
max. 510 t
Het werd al snel duidelijk dat behalve de grote
bok ook zeer zwaar hulpmaterieel zou moeten
worden ingezet.
Een eerste probleem bij de voorbereiding van
de plaatsingswerkzaamheden van de 'Taklift IV'
betrof de hijsdraden. Rechtstreekse bevestiging
ervan aan het te hijsen element is om een
aantal redenen niet mogelijk: hijsdraden
kunnen vanuit de bok alleen maar vrijwel
verticaal naar beneden hangen, omdat de
draden anders niet tussen de wangen van de
schijven blijven lopen. Bovendien zou de hoek
die de hijsdraden met het te hijsen element
maken horizontale reactiekrachten oproepen
1
2
498