koker lager is dan dat van een landhoofdver-
keerskoker waren er meer mogelijkheden voor
het ontwerp van het frame. Het mocht in dit
geval ook wel wat zwaarder worden, zonder
dat het hijsvermogen van de bok werd over
schreden. Men zag er dus van af het betonele
ment te gebruiken als knikverkorter, maar
plaatste een zwaardere in zichzelf stabiele buis
in het frame.
Om de werkbaarheid te vergroten werd het
hijsframe voorzien van hydraulisch bedienbare
klauwen. Het slingeren en het op en neer gaan
van de last bij deining maakt het minder
wenselijk dezelfde hijsbanden te gebruiken als
te Kats; die waren tezeer gevoelig voor hoek-
verdraaiingen bij de oppakogen.
Voor de schuiven en bewegingswerken was,
zoals we hebben gezien, een apart frame
nodig, dat zou komen te hangen in de extra-top
van de bok. Dit frame zou men ook kunnen
gebruiken voor de hamerstukken. Vanwege de
meervoudige functie van dit frame was het niet
mogelijk alle elementen direct onder de
constructiedraden te hangen. De oppakpunten
voor de hamerstukken en de bewegingswerken
bleken zelfs in het midden van het frame
terecht te komen. Een vakwerkconstructie is
dan de lichtste oplossing.
Voor de kabels en kabelbeëindigingen en de
D-sluitingen zijn ten opzichte van de statische
belasting veiligheden aangehouden van 3,3,
dubbel zoveel als normaal. In destaalconstructie
is de veiligheid van 1,5 vermeerderd met 0,15
als dynamische toeslag. De bovenbalken zullen
geplaatst worden met het verkeerskokerhijsfra-
me zonder gebruikmaking van de klauwen. De
dorpelbalken worden geplaatst met een frame
met twee armen aan de hekzijde, die in staat
zijn de balken onder water te laten zakken.