Schuiven De schuiven voor de Oosterscheldekering kunnen worden verdeeld in drie hoofdonderde len: de waterkerende beplating, het hoofd draagsysteem en de eindkokers. Plaatsing van de laatste pijler in de Roompot, op 19 september 1984. Het installeren van schuiven en bewegingswerken had toen in het sluitgat Hammen al een aanvang genomen. Zoals bekend moet de exacte afstand tussen twee pijlers bekend zijn vóór men de schuif precies op maat kan afmaken. De waterkerende beplating bestaat uit schaal- vormig gebogen platen. Deze vorm is gekozen omdater dan geen verstijvingen in het plaatveld nodig zijn om de waterdruk op te nemen. De belasting wordt namelijk opgenomen door trekspanningen in de plaat zelf. Het hoofddraag systeem is opgebouwd uit buisprofielen. Een open vakwerkligger werd verkozen boven een gesloten plaatligger, omdat de belasting van golfkappen tijdens het sluiten van de schuiven op die manier betrekkelijk klein kan worden gehouden. Dit is ook de reden dat er buispro fielen zijn verwerkt: de golfklapdruk op een buis is lager dan op welk ander profiel ook. De waterdruk op de waterkerende beplating wordt via het hoofddraagsysteem overgebracht op de eindkokers. Als voortzetting van de vakwerklig gers vindt men hier een aantal frames, die onderling zijn gekoppeld door verticale plaat- velden, zodat er een kokervormige constructie is ontstaan. Door deze koker wordt de belasting van de schuif overgedragen op de pijler. In de eindkoker is ook het bewegingswerk met de schuifconstructie verbonden. Terwijl aan de ene kant wordt getracht het schuifontwerp op alle mogelijke manieren te optimaliseren, is anderzijds gezocht naar standaardisering van de onderdelen waaruit de schuif wordt opgebouwd. Het sluitgatprofiel (figuur 2) laat zien dat er schuiven moeten worden gebouwd van zeer verschillende hoogte: de maten variëren, met tussenstappen van 1 m, van 5,9 m aan de randen van de sluitgaten tot 11,9 m in het diepste deel van de Roompot. Dat zijn dus zeven verschillende schuifhoogten. Daarnaast moest rekening worden gehouden met het feit dat de belasting op de schuiven in de Roompot hoger is dan in de Schaar en de Hammen. Al met al ontstonden er twaalf verschillende schuiftypen, met gewichten tussen 300 en 500 ton. Standaardi sering van onderdelen werd voornamelijk bereikt door tussen de vakwerkliggers alleen afstanden van 2,7 of 3,6 of 4,5 m te kiezen. Bij iedere schuif werd de belasting berekend die zou werken op de afzonderlijke vakwerkliggers. Ze konden worden herleid tot acht belasting- 461

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1984 | | pagina 5