Fig. 1. Overzicht en
organisatie van de door de
directie Bruggen te leveren
diensten aan de
Oosterscheldewerken
Fig. 2. Doorsnede van de drie
sluitgaten in de
Oosterscheldemond
meer in dat de pijlers in een bouwdok worden
gemaakt en daarna door het water versleept
naar hun definitieve plaats van bestemming.
Daar is de bodem vlak gemaakt met behulp
van funderingsmatten. De onvlakheid van de
matten bepaalt de scheefstand van de pijlers.
Figuur 5 geeft zo'n scheefstand sterk overdreven
weer. Aan het plaatje is te zien dat de schuif in
gesloten stand een grotere lengte moet hebben
dan wanneer hij geheven is. Dit probleem
wordt ondervangen door de schuifgeleidingen
op de pijler voldoende breed te maken (figuur
6). Maar behalve rotatie in de ene richting kan
er tengevolge van de onvlakheid van de matten
ook een rotatie voorkomen in een richting
dwars daarop. Deze rotatie veroorzaakt dat de
schuif lichtelijk wordt verwrongen in de
lengterichting en het is duidelijk dat die torsie
geen grote vormen mag aannemen, gezien de
WERKEILAND NEELTJE JANS
WERKEILAND ROGGENPLAAT
STROOMGEUL SCHAAR VAN ROGGENPLAAT
DAMAANZET SCHOUWEN
BOVENKANT SCHUIF 1.20 m
BOVENKANT OORPELBALK
STROOMGEUL HAMMEN
463