Samenvattingen
Schuiven
De Oosterscheldekering is een samenstel van
drie sluizen, die samen tweeënzestig 40 m
brede doorstroomopeningen bevatten. Men is
thans bezig de schuiven en bewegingswerken
te installeren, terwijl er ook al containers met
hydraulische apparatuur en elektrische bestu
ringsmechanismen worden geplaatst.
Afhankelijk van hun plaats in de sluitgaten zijn
de schuiven van verschillende hoogte: aan de
randen zijn ze 5,9 m hoog, maar in het diepe
gedeelte van het grootste sluitgat de Roompot,
zijn schuiven nodig van bijna 12 m. Constructief
bestaat elke schuif uit een aantal open vakwerk
liggers van buisprofielen, die in acht verschil
lende sterkteklassen werden ontworpen. Aan
dit hoofddraagsysteem wordt een schaalvormi-
ge waterkerende beplating bevestigd, en ook
twee eindkokers, die de belastingen van de
schuif moeten overdragen op de pijler. Door de
modulaire opbouw bleek het mogelijk de
fabricage van de schuiven onder te brengen in
een aantal deel-bestekken, en zo de produktie
te spreiden over de Nederlandse staal-industrie.
Lasprocedures en toleranties moesten daartoe
strikt worden gestandaardiseerd.
Er blijven overigens genoeg onzekerheden
over, omdat de theoretische afstand tussen
twee pijlers nooit voor honderd procent wordt
gerealiseerd. Daarom worden de centrale
gedeelten van de schuiven op maat afgemaakt
wanneer de werkelijke breedte van de opening
bekend is, en pas daarna samengebouwd met
de eindkokers. Scheefstand van de pijlers
wordt gecompenseerd door een overmaat aan
breedte van de schuifgeleiding. De schuif
wordt verder met rubberprofielen in de
sponning voorgespannen, om klapperen te
voorkomen.
De montage van de schuiven vindt plaats met
behulp van de bok 'Taklift IV'.
Bewegingswerken
Na zorgvuldige afweging is besloten de
schuiven van de Oosterscheldekering te
bewegen met hydraulische cilinders. Ze
worden uitgevoerd in zeven verschillende
grootten: de langste kunnen een slag maken
van 13,2 m. De onderdelen ervan worden
gedeeltelijk voorbewerkt aangeleverd, gedeelte
lijk in Nederland gewalst en gelast. De lassen
worden op drie verschillende manieren
gecontroleerd. De samenbouw tot volledige
cilinders vindt ook in Nederland plaats. Inwen
dige en uitwendige boring - waarbij grote
precisie wordt bereikt - en slijping tot een
gladheid van 0,4 micron voltooien de cilinder
mantels.
De smeedstalen zuigerstangen van het bewe-
gingswerk dienen vanwege het agressieve
klimaat waarmee ze in aanraking komen,
optimaal tegen weersomstandigheden te
worden beschermd. Men vernikkelt en ver
chroomt ze volgens een elektrolytisch procédé.
Of de beschermlagen de juiste dikte hebben
bereikt, wordt vastgesteld door de diameter
van de stang voor en na de behandeling te
vergelijken. Er is een maximum gesteld aan de
toelaatbare imperfecties in het uiteindelijke
oppervlak.
De hydraulische cilinders worden met behulp
van cardanbalken in twee richtingen scharnie
rend met de pijlers van de stormvloedkering
verbonden. Hoewel de cardanbalken behoren
bij zeven verschillende cilindertypen, behoeven
ze maar in vier uiteenlopende uitvoeringen te
worden gemaakt. Het zijn gelaste constructies,
opgebouwd uit platen van verschillende dikte.
De samenbouw van cilinders en zuigerstangen
kent twee belangrijke aandachtspunten: de
onderdelen dienen schoon te worden gehouden,
en er moet rekening worden gehouden met
elastische vervormingen tijdens het samenbou-
wen. Hiervoor zijn allerlei hulpconstructies
bedacht.
Nadat de onderdelen in elkaar zijn geschoven
en de deksels zijn gesloten, wordt er olie in het
systeem gepompt, en worden enige proeven
uitgevoerd naar rustige werking en hydraulische
dichtheid. Pas daarna wordt de conserverings-
kamer gemonteerd en het onderoog aan de
zuigerstang bevestigd. Later volgt samenbouw
met de cardanbalk.
Acht bewegingswerken worden tegelijk op een
aangepaste ponton overgevaren naar de
Oosterscheldekering en daar twee aan twee
door de 'Taklift IV' op een pijler gezet.
514