1.
2.
Fig. 1. Relatie van getijver-
schil en stroomsnelheid voor
het referentiepunt Hammen
Fig. 2. Voorspelsysteem voor
de stroomsnelheden volgens
het astronomisch getij
de bijdrage wordt bepaald die verschillende
gebieden op de Noordzee leveren aan de
deining in de Oosterscheldemond.
Tenslotte wordt er gewerkt aan een methode
om met geavanceerde tijdreeksanalyses de
deining bij de Oosterschelde af te leiden uit de
golfwaarnemingen op een aantal booreilanden
op de noordelijke Noordzee. Ook als het
matten leggen voorbij is, kan deze methode
zijn nut nog bewijzen, bij voorbeeld bij de
plaatsing van dorpelbalken.
Welnu, voor de aanstaande operatie zijn de
weersvooruitzichten gunstig, er zijn weinig
golven en geen deining, alleen - het zicht kan
beperkt zijn.
Besloten wordt, de operatie door te laten gaan.
Op de laagwaterkentering 's morgens vertrekken
de sleepboten met de rol waarop de funderings-
mat van de fabriek naar de 'Cardium' wordt
gebracht. Op de volgende hoogwaterkentering,
's middags, wordt de rol aan de 'Cardium'
gekoppeld. Alles is klaar voor de operatie.
530
Helaas begint het weer nu roet in het eten te
gooien. Tegen de avond komt er mist op en het
trekt dicht. De plaatsbepalingssystemen
werken onder die omstandigheden niet
nauwkeurig genoeg. Er wordt zolang mogelijk
gewacht met uitstel, maar het blijft potdicht.
Tenslotte kunnen de meetvlet en de stroom-
meetcoördinator evenals alle andere toeleve
rende bedrijven onverrichterzake huiswaarts
keren. De volgende morgen, vrijdag 17 februari,
wordt het opnieuw geprobeerd, op de laagwa
terkentering van 9.30 uur.
Derde uitstel
Het hydro-meteo-bulletin verwacht voor de
komende ochtend aanhoudend rustig weer,
maar ook aanhoudende dichte mist.
Vroeg in de ochtend moet dan ook al worden
besloten om de operatie wederom 12 uur uit te
stellen. Vanwege het rustige weer kan de rol
met de mat erop zonder enig gevaar aan de
'Cardium' gekoppeld blijven liggen. Evenals bij
de vorige poging waren de stroommeetcoördi-
nator en de meetvlet al 5 uur voor het tijdstip
waarop de mat zou worden gelegd aanwezig.
Het is de taak van de stroommeetcoördinator
om de operatie te begeleiden voor wat betreft
de waterloopkundige omstandigheden.
Weliswaar heeft het Hydro-Meteo-Centrum
reeds een verwachting voor de korte termijn
opgesteld, maar dit gebeurt slechts om de zes
uur, en de omstandigheden kunnen bovendien
plaatselijk soms afwijken, waardoor op zeer
korte termijn bijstelling noodzakelijk is.
Het is daarbij bovendien van belang om bij het
opstellen goed op de hoogte te zijn van de
positie van de 'Cardium' en de activiteiten die
worden uitgevoerd. Kortom, de stroommeet-