De toekomstige inrichting van
het werkeiland Neeltje Jans
Het werkeiland Neeltje Jans - ook wel Damvak
Geul genoemd - vormt een onderdeel van de
Oosterscheldekering. Tot en met 1986 worden
het werkeiland en de havens en bouwdokken
eromheen nog intensief gebruikt voor de
bouw van de kering. Na de beëindiging van de
werken komen echter grote delen van de
terreinen, havens en bouwdokken beschikbaar
voor nieuwe functies. Andere delen behouden
een waterstaatkundige functie omdat zij deel
uitmaken van de waterkering of nodig zijn bij
beheer en onderhoud.
In het 'Beleidsplan voor de Oosterschelde 1982'
van de Stuurgroep Oosterschelde is een
nadere studie naar de inrichting van het
werkeiland Neeltje Jans in het vooruitzicht
gesteld. Deze studie is inmiddels uitgevoerd
door een projectgroep, samengesteld uit
vertegenwoordigers van de Provinciale
Planologische Dienst, de Provinciale Waterstaat
van Zeeland, de Rijkswaterstaat, het Ministerie
van Landbouw en Visserij en de gemeenten
Veere, Westerschouwen en Wissenkerke. De
resultaten van de studie zijn neergelegd in een
rapport. Op dit stuk, 'Inrichtingsalternatieven
Neeltje Jans', gaan we in dit artikel nader in.
Begonnen is met een zo volledig mogelijke
inventarisatie van alle denkbare functies die
aan het werkeiland zouden kunnen worden
toegekend. Naast de in het Beleidsplan aange
geven functies zijn dat zowel de concrete
opties die tot nu toe bij de overheidsinstanties
zijn ingediend, als de ideeën die in het kader
van de studie zelf zijn ontwikkeld. Voor zover
mogelijk zijn de functies nader uitgewerkt,
vooral voor wat betreft de eisen die worden
gesteld aan een eventuele vestigingslocatie, en
verder ook voor andere ruimtelijk relevante
aspecten.
De functies zijn onderverdeeld in de categorieën
waterstaatkunde, dienstverlening, natuur,
visserij, recreatie, voorlichting en presentatie,
en een restgroep van overige functies. In eerste
instantie zijn 45 afzonderlijke functies beschre
ven.
Gezien het grote aantal en het sterk uiteenlo
pende karakter van de geïnventariseerde
functies bestond er behoefte om, vóór het
opstellen van inrichtingsalternatieven, een
zekere selectie aan te brengen om een syste
matische aanpak van de planvorming mogelijk
te maken.
Daarbij is overwogen dat het werkeiland
Neeltje Jans een bijzondere locatie vormt, met
een specifiek karakter, dat wordt bepaald zowel
door de omgeving van het werkeiland als door
hetfeit dat zich hiereen uniek waterbouwkundig
werk bevindt.
Verder is geconstateerd dat de beschikbare
ruimte gezien het grote aantal denkbare
functies schaars is, en dat de terreinen maat
schappelijk gezien als kostbaar moeten worden
aangemerkt. Deze overwegingen hebben ertoe
geleid het motief voor de vestiging van een
functie op Neeltje Jans als belangrijkste
criterium voor toelating te hanteren. Vestiging
van functies op deze locatie louter vanwege de
ruimtelijke mogelijkheden, en eventueel het
ontbreken van belemmeringen die elders wel
gelden, wordt met de keuze van het genoemde
criterium dus van de hand gewezen.
Uitgaande van de functies die na de selectie
zijn overgebleven, zijn alternatieven voor de
toekomstige inrichting van het werkeiland
opgesteld. Daarbij is gestreefd naar een
systematische, niet te ingewikkelde werkwijze.
Eerst zijn de relaties tussen de nog in het
geding zijnde functies en de daarvoor geschikte
locaties geanalyseerd. In een aantal gevallen
bleek aan een bepaalde locatie een functie te
kunnen worden toegekend zonder dat de
mogelijkheden voor andere functies erdoor
worden beïnvloed. De oorzaak daarvan kan
gelegen zijn in het geringe ruimtebeslag, het
ontbreken van andere functies of het feit dat er
vele ruimtelijke mogelijkheden zijn voor zo'n
functie. Dit zijn de niet-structurerende keuzemo
gelijkheden.
In een aantal andere gevallen is er sprake van
enkele concurrerende functies op dezelfde
locatie. De hiermee samenhangende keuzemo
gelijkheden zijn structuurbepalend. Om het
555