Oosterschelde of anderszins historisch of
technisch interessant zijn.
Een aantal niet of nauwelijks structurerende
functies uit de voorgaande alternatieven is
eveneens in dit alternatief geprojecteerd.
Het dagrecreatie-alternatief heeft als uitgangs
punt dat het werkeiland zal worden ontwikkeld
tot een breed geschakeerd attractiepunt voor
een groot publiek. Op grond daarvan zijn
zoveel mogelijk toeristische en recreatieve
functies in de plannen opgenomen. Een
waterstaatsspeelpark, zoals aangegeven in het
vorige alternatief, maar met een wat grotere
omvang, neemt in deze opzet een centrale
plaats in. Langs het noordelijke en noordooste
lijke oevergebied van de Roompothaven is in
relatie hiermee aan oeverrecreatie gedacht.
In vergelijking met de overige alternatieven is
het strand maximaal ontsloten. De mogelijkhe
den voor duiksport en sportvisserij zijn verder
geïntensiveerd.
De visserijfuncties en de overige niet-recreatieve
functies vallen min of meer buiten het bestek
van dit alternatief. Voor die functies zijn slechts
beperkte mogelijkheden opgenomen.
De alternatieven zouden in beginsel onder een
aantal aspecten met elkaar kunnen worden
vergeleken. Vanwege het globale karakter van
de meeste functies zal daarbij veelal geen
sprake zijn van grote onderlinge verschillen.
Dit houdt ook verband met de gevolgde
werkwijze, waarbij die functies die geen relatie
hebben met het bijzondere karakter van Neeltje
Jans niet in de alternatieven zijn opgenomen.
Aan de wel in beschouwing genomen functies
kunnen zonodig bepaalde inrichtings- en
beheersvoorwaarden worden verbonden,
waarmee ongewenste effecten kunnen worden
voorkomen.
In verband met het voorgaande is de vergelijking
van de alternatieven beperkt tot het globaal in
beschouwing nemen van relevante aspecten
uit enkele plannen en nota's terzake, zoals het
Beleidsplan voor de Oosterschelde, het
Structuurschema Natuur- en Landschapsbe
houd, het Structuurschema Openluchtrecreatie
en het Provinciaal Concept-Beleidsplan voor
Recreatie en Toerisme.
In het algemeen zijn ook daarbij slechts
verschillen onderkend in de mate waarin met
de verschillende alternatieven wordt ingespeeld
op de betrokken gedeelten van de nota's.
Bij de vergelijking is ook gekeken naar de
relaties tussen de alternatieven (figuur 6). De
reden hiervan is dat het gewenst is inzicht te
verschaffen in de mogelijkheden voor een
gefaseerde uitvoering en in de mogelijkheden
om, nadat een alternatief is gekozen, naderhand
de keuze nog te kunnen bijstellen.
Door het Dagelijks Bestuur zijn, op grond van
de uitgevoerde studie, aan de Stuurgroep
Oosterschelde voorstellen gedaan voor een
beleidskeuze.
Daarbij is onder meer het volgende overwogen:
Het minimumalternatief biedt weliswaar een
grote mate van flexibiliteit, maar biedt nauwe
lijks meer aanknopingspunten voor de gewenste
sturing van de ontwikkelingen dan het Beleids
plan zelf. Daar grote delen van de terreinen
onbenut blijven, is de kans op ontsporing van
de ontwikkelingen onaanvaardbaar groot. De
keuze van dit alternatief wordt daarom afgera
den.
Met de meer sectorale ontwikkelingsrichtingen,
zoals aangegeven in het visserij-alternatief en
het dagrecreatie-alternatief, wordt slechts op
een enkel aspect van het gebied ingespeeld, en
worden andere ontwikkelingsmogelijkheden op
voorhand uitgesloten. Verder biedt het dagre
creatie-alternatief weinig flexibiliteit. De keuze
van deze alternatieven kan dus evenmin
worden aanbevolen.
De verschillen tussen het presentatie- en
innovatie-alternatief en het integratie-alternatief
bestaan in hoofdzaak uit elementen uit de
sectoren visserij en recreatie. Door toevoeging
van deze elementen aan het innovatie-alternatief
ontstaat het integratie alternatief.
Daar naar de financieel-economische haalbaar
heid van de in de alternatieven opgenomen
functies nog geen studie is verricht, is het
nodig om bij de keuze een zekere flexibiliteit te
handhaven.
Op grond van deze overwegingen heeft de
Stuurgroep Oosterschelde inmiddels gekozen
voor een gefaseerde ontwikkeling in de richting
van het integratie-alternatief, en is de gemeente
Veere verzocht een bestemmingsplan voor het
gebouw op te stellen.
Ter voorbereiding en begeleiding van de
daadwerkelijke inrichting is een kleine beleids
groep samengesteld uit overheidsinstanties
met een directe verantwoordelijkheid voor
bestuur, inrichting en beheer van het gebied.
563