Zandsluiting van het Krammer
In 1982 is besloten om het Krammer met
behulp van zand te sluiten. Dit is echter alleen
mogelijk als gebruik wordt gemaakt van de
stormvloedkering; het getij dient zo te worden
beïnvloed dat de stroomsnelheden in het
sluitgat in voldoende mate kunnen worden
beperkt, vooral tijdens de kritische fase van de
sluiting. Een zandsluiting is financieel zeer
aantrekkelijk; hij kan ongeveer 35 miljoen
gulden goedkoper zijn dan een betonblokken-
sluiting bij gereduceerd getij, waarvan aanvan
kelijk werd uitgegaan. Laatstgenoemde sluiting
is op zijn beurt weer 20 miljoen gulden goedko
per dan een sluiting bij het volle getij.
Bij de zandsluiting van het Krammer speelt de
stormvloedkering een centrale rol. Het gebruik
van de kering dient echter aan strikte grenzen
te worden gebonden om te grote risico's voor
het milieu en de visserij te vermijden. Dit heeft
consequenties voor de ontwerpaanpak.
De Krammersluiting zal, overeenkomstig het in
figuur 2 gegeven tijdschema, worden uitgevoerd
in april 1987. Vroeger is praktisch niet mogelijk,
omdat het schutbedrijf van de Krammersluizen
zonder aanmerkelijke kostenverhoging niet
voor 1 april 1987 gereed kan zijn. De maand
april is overigens gunstig uit milieu-oogpunt,
onder meer in verband met de dan nog lage
water- en luchttemperaturen.
De zandsluiting van het Krammer komt er in
feite op neer dat vanaf één of beide oevers een
sluitkade van zand wordt opgespoten. In het
kleiner wordende sluitgat nemen de snelheden
toe en dus stijgen de zandverliezen. De hoeveel
heid zand die nodig zal zijn om de sluiting uit te
voeren hangt af van het netto-volume van de
sluitkade en van de optredende zandverliezen.
Die verliezen zijn behalve van de korreldiameter
van het zand en enkele andere parameters
vooral afhankelijk van de duur en de grootte
van de stroomsnelheden. Deze laatste twee
grootheden spelen een belangrijke rol in het
ontwerpproces.
De snelheden kunnen worden beïnvloed met
behulp van de stormvloedkering. Ten behoeve
van het ontwerp worden hiervoor verschillende
gebruiksscenario's opgesteld; het effect ervan
op de sluiting wordt bepaald met behulp van
zandverliesberekeningen. De duur van de
sluiting is mede afhankelijk van de bereikte
zandproduktie. Hoe groter de produktie, des te
sneller de voortgang van de zandsluiting, en
des te kleiner de totale zandverliezen.
De zandsluitingsberekeningen gaan uit van
verschillende netto-zandprodukties en een
vooraf gekozen dwarsprofiel voor de sluitkade.
Uiteindelijk is een combinatie gekozen van een
verantwoord geacht gebruiksscenario voor de
stormvloedkering en een netto-zandproduktie
per uur waarmee de sluiting vlot kan worden
uitgevoerd.
Tijdens de gehele duur van de sluiting zullen
manoeuvres met de stormvloedkering in de
Oosterscheldemond er voor moeten zorgen dat
in het sluitgat Krammer slechts omstandigheden
optreden die behoren bij een gemiddeld getij.
Dientengevolge behoeft geen rekening te
worden gehouden met risico's ten gevolge van
hoge waterstanden, en worden hoge snelheden
in het sluitgat in de springtijperiode vermeden.
Tijdens de sluiting zullen de waterstanden zich
bewegen tussen gemiddeld hoogwater en
gemiddeld laagwater. Voor een groot aantal
verschillende doorstroomprofielen zijn getijbe
rekeningen uitgevoerd met het eendimensiona
le mathematische model IMPLIC; daarbij werd
het gebruiksscenario voor de stormvloedkering
telkens gevarieerd. De afvoercoëfficiënten van
het sluitgat zijn geschat uit stroombeeldonder-
zoek in het fysische overzichtsmodel M 1000.
Ze nemen toe van 0,70 bij het begin van de
sluiting tot 0,85 aan het eind. De snelheidsver
deling in het sluitgat is vrij gelijkmatig.
Bij een ongestoord gemiddeld getij bereiken de
stroomsnelheden maximale waarden van 5 m/s
bij een kleiner wordend sluitgat (figuur 13).
Bij het instellen van een gerekt gemiddeld getij
met behulp van de stormvloedkering zullen de
maximale snelheden nagenoeg even hoog
blijven, de gemiddelde snelheden nemen
echtersterk af, waardoorde totale zandverliezen
beperkt blijven. Bij het ontwerp en de uitvoering
dient voor de maand april rekening te worden
gehouden met een significante golfhoogte van
0,9 m, die een overschrijdingsfrequentie heeft
van 10 2 per jaar.
De bodem van het gebied is tot N.A.P. -25 a
35 m vrijwel geheel opgebouwd uit matig grof
17