Fig. 12. Bouwfasen van de
zandsluiting in het Krammer
Fig. 13. Maximale snelheid
bij gemiddeld getij afhankelijk
van het doorstroomprofiel
GREVELINGENDAM WERKEILAND
OPPERVLAKTE DOORSTROOMPROFIEL T.O.V. N.A.P. 10500 m2
(EXCLUSIEF DAMAANZET)
N
s
VLOED
EB
O 1500 3000 4500 6000 7500 9000
OPPERVLAKTE SLUITGAT IN m2 T.O.V. N.A.P.
tot matig fijn jong zeezand, waarvan gezien het
grote poriëngehalte moet worden aangenomen
dathetzettingsvloeiingsgevoelig is. Bij ontgron-
dingskuilen dieper dan 5 m kunnen zettings
vloeiingen optreden met een eindhelling van
1:15. Het zand in de zandwinplaats en in de
sluitgatbodem heeft een gemiddelde korreldia
meter van 210 micron. De zandwinplaats biedt
ruimte aan maximaal 4 winzuigers, met per
stuk een maximale brutoproduktie van
4000 m3/u.
Alvorens met de sluiting te beginnen wordt
een korte damaanzet opgespoten tegen het
werkeiland aan, met zand uit de bekkens van
de Krammersluizen; zo wordt werk met werk
gemaakt. De damaanzet, die niet verdedigd zal
worden, dient om tijdens de sluiting de stroom
van de oever af te leiden. Deze oplossing bleek
uit alle onderzochte varianten de meest
aantrekkelijke.
Er zal gesloten worden van noord naar zuid,
dat wil zeggen van diep naar ondiep. Bij deze
werkrichting worden de verliezen op het
zandstort, die veel groter zijn dan de bodem-
verliezen, beperkt, omdat de stortlengte tegen
het einde van de sluiting sterk afneemt (figuur
12).
Voor de sluitkade is, rekening houdend met het
getij en de korreldiameter van het zand, een
dwarsprofiel gekozen op grond van praktijk
ervaring (fig. 14). De kruinbreedte houdt
verband met de omvang van het spuitbedrijf.
Als de sluiting een flink eind gevorderd is zal
begonnen worden met de uitbouw van een
sluitkade vanaf de zuidelijke damaanzet;
daarbij zal opnieuw zand uit de bekkens
worden gebruikt.
19