4. Fig. 3. Verband tussen getijverschil en stroomsnelheid voor een meetpunt in de Roompot (januari 1983) Fig. 4. Voorspelmodel gebaseerd op Frequentie Responsie Functies teel de methode B en C uit figuur 2 beschikbaar, ieder met een aantal varianten. Methode B is gebaseerd op Frequentie Responsie Functies, verder aangeduid als FRF. Het programma gaat uit van twee getijsignalen, één signaal op een referentielocatie of in een referentieraai, en één op de locatie waarvoor een voorspelling moet worden geleverd. De twee signalen worden ontleed in hun fouriercomponenten. Vervolgens worden de overdrachtsfactoren, amplitude en fasehoek, per component bepaald. Met behulp van een voorspelling van het referentiesignaal kan dan een vertaling worden gemaakt naar de gewenste locatie, door gebruik te maken van de berekende overdrachtsfactoren (figuur 4). De methode blijkt in deze vorm voor operatio nele toepassing matig te voldoen. Lacunes in de waarneming kunnen de resultaten negatief beïnvloeden, zodat er veel metingen nodig zijn om de invloed van de optredende bouwfase te verdisconteren, terwijl het vele meetwerk rond de as van de kering in de praktijk vaak problemen oplevert. Bij methodiek C zal echter blijken, dat FRF ook op een andere wijze toegepast kan worden. Bij methode C wordt uitgegaan van het sluitgatdebiet, dat met het mathematisch 61

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1985 | | pagina 15