UL
0
I
0
0
fl
0
0
0
HE
3L
lL
~0
1
SOORT BICELLARIELLA CILIATA DIEPTE 10 m 1983
SOORT: BICELLARIELLA CILIATA DIEPTE 7m 1983
CALKSTEEN
ASFALT
IJNSTEEN
TAALSLAK
)SFORSLAK
ASALT
\NGAANSLAK
)PERSLAK
TON
FALTBETON
JSE GNEISS
MEI
JUNI
JULI
AUG.
SEPT.
OKT.
NOV,
MEI
JUNI
JULI
AUG.
SEPT.
OKT.
NOV.
KALKSTEEN
ASFALT
MIJNSTEEN
STAALSLAK
FOSFORSLAK
BASALT
MANGAANSLAK
KOPERSLAK
BETON
ASFALTBETON
FINSE GNEISS
SOORT: CERAMIUM RUBRUM DIEPTE 1 m 1983
MEI JUNI JULI AUG. SEPT. OKT. NOV.
SOORT: CERAMIUM RUBRUM DIEPTE 0.50 m 1983
K vLKSTEEN
A -ÏFALT
V JNSTEEN
S AALSLAK
3F0RSLAK
3 SALT
A NGAANSLAK
CCPERSLAK
3! TON
A -ALTBETON
ri SE GNEISS
KALKSTEEN
ASFALT
MIJNSTEEN
STAALSLAK
FOSFORSLAK
BASALT
MANGAANSLAK
KOPERSLAK
BETON
ASFALTBETON
FINSE GNEISS
MEI
JUNI
JULI
AUG.
SEPT.
OKT.
NOV.
i
i
-ic 1,2. Groeimogelijkheden
et zomerseizoen van
Bic ellariella ciliata (boven) en
Ce amium rubrum op verschil
ler Je diepten. Sterretje: geen
efresultaat
het intergetijdegebied speelt de kleur een rol:
na te zijn drooggevallen wordt de steen
'szomers snel warm, en wanneer hij weer
wordt overspoeld, worden de erop groeiende
organismen onderworpen aan eentemperatuur-
schok die sterker is dan op andere materialen.
Mijnsteen verandert onder water van structuur;
kalksteen is poreus en houdt veel water vast bij
droogvallen, een eigenschap die we ook
vinden bij mangaanslak. Organismen die slecht
tegen uitdroging kunnen gedijen op deze
steensoorten dan ook relatief goed. Kalksteen
en zandasfalt zijn gemakkelijk penetreerbaar
voor borende organismen als Boorspons of de
Boormossel. Asfalt is niet zozeer vanwege zijn
toxische eigenschappen slecht begroeid
-tenzij er bewust aangroeiwerende middelen
of wegenteer in zijn verwerkt - doch eerder
omdat het altijd enigszins visceus blijft. Planten
91