/ersterking van de zeewering
1et Fiaauwe Werk op Goeree
Geschiedenis
eze bijdrage handelt over de versterking van
i e zeewering op Goeree, gelegen tussen de
i jksstrandpalen 11 en 13, het zogenaamde
i aauwe Werk. De plannen voor de versterking
jn geleidelijk geëvolueerd in de richting van
an asfaltdijk.
e zeewering op Goeree is tussen de Brouwers-
cam en de Haringvlietdam in beheer bij het
F jk. Als beheerder van deze zeewering heeft
c Rijkswaterstaat de nodige maatregelen
c troffen om te komen tot de in de Deltawet
v orgeschreven versterking. Deze kustverster-
k igswerken worden gefaseerd uitgevoerd. Zo
zi n in 1966 en de jaren 1970 tot 1977 werken
u gevoerd aan het gedeelte tussen het aansluit-
p nt van de Brouwersdam en het Fiaauwe
\A erk. Al eerder waren enkele gedeelten
v rsterkt aansluitend op de Haringvlietdam.
E n ander gedeelte van de duinkust werd
v rsterkt tussen 1977 en 1979. Op de starre
z awering van het Fiaauwe Werk na voldoet de
g hele zeewering van Goeree thans aan
D Itanormen. Met de versterking van het
F auwe Werk is in de tweede helft van 1983
e n aanvang gemaakt. Vóór het stormseizoen
1! 34-1985 worden de werkzaamheden vol
tooid.
F. 1. Fasering van de
ve dedigingswerken op
G eree
Het Fiaauwe Werk kan in de zeewering langs
de noordkust van Goeree als een afwijkende
constructie worden beschouwd. Bestaat de rest
van de zeewering uit een zeewerende duinregel,
een flexibele kering dus, het gedeelte tussen de
strandpalen 11 en 13 is sinds 1955 uitgevoerd
als een starre kering in de vorm van een*
asfaltdijk.
Al in vroeger eeuwen baarde dit gedeelte van
de zeewering op Goeree zorgen. Reden
waarom er in de achttiende eeuw al een kleidijk
werd aangelegd. Tegen deze dijk stoven later
weer duinen aan, zodat het in feite een slaperdijk
werd. Ervóór werd een aantal strandhoofden
aangelegd; het talud werd voorzien van
kramwerk met daarop een kleilaag.
In de jaren tussen 1817 en 1835 is het Fiaauwe
Werk geheel onder het zand bedolven geweest.
Eerst in 1835 kwam de kleidijk weer bloot.
In de periode tussen de jaren 1938 en 1953 zijn
nog enkele strandhoofden aangelegd en
verbeterd.
Met de stormvloed van 1953 werd de toestand
ter hoogte van het Fiaauwe Werk precair. Hier
werd de in de loop der jaren aangebrachte
duinvoetverdediging grotendeels onherstelbaar
vernield en er restte slechts een zeer smalle en
veel te lage zeewering. Men heeft toen besloten
om binnenwaarts een nieuwe zeedijk aan te
leggen met een 6 m brede kruin op N.A.P.
8,50 m.
Bij de grondverwerving is er destijds rekening
mee gehouden dat in de toekomst de kruinhoog
te naar N.A.P. 10 m gebracht kon worden.
Het buitenbeloop van de dijk van 1955 werd
aangebracht onder een helling van 1:6, en het
binnenbeloop boven N.A.P. 6,50 m onder
95