Fig. 5. Westelijke aansluiting
van de nieuwe asfaltdijk op de
bestaande zeewering
een 2 m brede, 65 cm dikke laag open asfalt op
filterdoek. Het filterdoek is nodig om te voorko
men dat er door het open asfalt heen zand
uitspoelt. Om eventuele uitspoeling van zand
uit de laag zandasfalt te voorkomen, dient het
filterdoek ook gedeeltelijk tot onder de gepene
treerde stortsteen te worden doorgezet.
De kruinhoogte van de dijk moet minstens
liggen op N.A.P. 9,50 m, en de breedte ervan
dient ten minste 5 m te bedragen. De talud hel ling
aan de zeezijde is bepaald op 1:6. De meest
steile helling die aan de binnenzijde tussen de
kruin en de onderhoudsweg op N.A.P. 6,50
m praktisch nog in asfalt kan worden gereali
seerd, en uit zeeweringstechnisch oogpunt
toelaatbaar is, bedraagt 1:3. Uit praktische
overwegingen is de onderhoudsweg evenals in
de oude situatie geprojecteerd aan de binnen
zijde van het dwarsprofiel.
Voor het binnentalud tussen de onderhoudsweg
en het bestaande maaiveld op N.A.P. 1 m is,
rekening houdend met de eisen die aan een
zeewering worden gesteld, overwogen een
kleilaag met grasmat aan te brengen. In
verband met mogelijke zandverstuivingen en
konijnenoverlast wordt echter verwacht dat het
gras geen levensvatbaarheid heeft. Daarom is
gekozen voor klei met open betonsteen onder
een helling van 1:3.
De aansluiting van de nieuwe asfaltdijk op de
naastgelegen flexibele waterkering in de vorm
van een kunstmatig duin moet vloeiend
100
verlopen. De beëindiging van de asfaltconstruc-
tie dient uit een oogpunt van veiligheid te
liggen achter de kruinlijn van het kunstmatig
duin.
De asfaltslab aan de zeezijde wordt om diezelfde
reden voorbij het punt doorgezet waar hij de
buitenkruinlijn van het kunstmatig duin van het
naastgelegen kustvak snijdt. Bovendien vereist
deze discontinuïteit in de zeewering dat de
uiteinden van de asfaltdijk goed worden
ingepakt met zand. Om de teenconstructie in
den droge te kunnen uitvoeren zal tijdelijk in
vakken van 200 m een mijnsteenkade worden
aangelegd, afgedekt met armorflexmatten.
Deze kade dient tevens om het tijdens de
uitvoering vrijkomende zand te beschermen
tegen golfaanval, zodat dit zand na de werk
zaamheden aan het buitentalud weer kan
worden aangebracht, als onderdeel van het
compenserend landschappelijk aanpassings
plan.
In verband met de slechte staat waarin de
asfaltdijk verkeerde is aan de versterking van
het Flaauwe Werk de hoogste prioriteit toege
kend. Op 19 juli 1983 heeft de aanbesteding
plaats gehad. Men kon op twee manieren
inschrijven, namelijk zonder en met hergebruik
van het thans aanwezige zandasfalt, dat
ongeveer 25% zou kunnen uitmaken van het
materiaal voor de nieuwe constructie. Deze
mogelijkheid was vooraf door de Wegenbouw
kundige Dienst onderzocht.
De laagste inschrijver volgens het bestek was
de Wegenbouwmaatschappij J. Heijmans b.v.,
met een aanneemsom van f 18 miljoen zonder
partieel hergebruik en f 17,5 miljoen met
partieel hergebruik. Begin september 1983 is
het werk - mèt partieel hergebruik van het
zandasfalt - aan deze firma opgedragen.