kunnen worden geplaatst, en zij zullen bij
voortduring de bodemverdediging moeten
blijven inspecteren.
Het artikel geeft ook een beschrijving van twee
mechanische inspectiemiddelen. De Trigla' is
een vrijzwemmend inspectiebootje van nog
geen meter lengte en een doorsnee van twee
duim. Dit instrument kan met behulp van een
lichtgevoelige chip en een zanddiktesensor
verontreiniging opsporen onder de pijlervoet.
Die 35 cm hoge ruimte moet vrij zijn van zand
en begroeisel voor er betonmortel onder wordt
geperst Het andere onderwatervaartuig is de
'Portunus', die met succes controles heeft
uitgevoerd op de ligging en toestand van de
funderingsmatten.
De Bathse Spuisluis en de sifon onder het
Spuikanaal
Door de uitvoering van de compartimenterings-
werken zal achterin de Oosterschelde een zoet
bekken worden gevormd. Om het peil en de
kwaliteit van het water in dit bekken te kunnen
beheersen moet in het zuiden een lozingspunt
worden gecreëerd op de open Westerschelde
Men graaft daartoe een kanaal door Zuid Beve
land, met aan het eind een uitwateringssluis
Deze Bathse Spuisluis, gelegen in de Wester
scheldedijk, bestaat volgens het definitieve
ontwerp uit zes kokers, voldoende voor een
afvoercapaciteit van 100 m3/s. Debietregeling
vindt plaats door keuze van het aantal te
openen kokers. Van elke koker is de afvoerka
rakteristiek in een model onderzocht.
De schuiven worden hydraulisch geheven, bij
normaal gebruik over een hoogte van 5,85 m
De energievoorziening maakt gebruik van
accu's, met netspanning opgeladen. De
uitstroomconstructie heeft wijkende wanden
en een zig-zagdrempel. Het stortebed is 100 m
lang, met afnemend steengewicht van de
toplaag. De bediening van de sluiskokers
geschiedt automatisch, ter plaatse, dan wel
vanaf de Kreekraksluizen.
De sifon is een watergang onder het Spuikanaal
door.
Het bouwkundig gedeelte van beide werken
kwam in 1984 gereed.
Grevelingen onderzoek naar gedaan. Vooral de
verticale zonering en de relatie tot het type
substraat bleken interessante aspecten. Wat de
zonering betreft wordt thans een nauwkeurige
inventarisatie verricht, om voorspellingen te
kunnen doen en die later te toetsen, aangaande
de invloed van de veranderende getij-omstan
digheden op de Oosterschelde. Bij de substraten
is behalve op de fysische en chemische
eigenschappen ook gelet op vorm en samen-
bouw. Met elf steensoorten werden experimen
ten op touw gezet
Voortzetting van deze experimenten met
betonblokken lijkt het meestbelovend.
Versterking van de zeewering Het Flaauwe
Werk op Goeree
Het laatste gedeelte van de versterking en
verhoging van de primaire zeewering op
Goeree, tussen de palen 11 en 13, wordt
uitgevoerd als een starre dijk, met een asfaltbe
kleding. Aan weerszijden sluit hij echter aan op
een zeewerende duinregel. Al in de achttiende
eeuw was op dit traject een kleidijk aangebracht
Als vervolg van het eerste herstel van deze
zeewering na de februariramp van 1953, wordt
dit jaar een verdere versterking uitgevoerd.
Over de landschappelijke aspecten is vooraf
gaand aan de vaststelling van het ontwerp
breedvoerig overleg gevoerd met de betrokken
instanties en verenigingen voor natuurbehoud
Waterbouwkundige werken en hun begroeiing
onder water
Aangroei op harde substraten onder water
introduceert in Nederland een flora en fauna
die hier van nature niet voorkomen, en die dus
kunnen worden opgevat als een verrijking
Sedert 1979 wordt er in de Oosterschelde en de
102