materieel en voor de bodembescherming en de
ontgrondingen konden worden onderzocht met
behulp van een schaalmodel van de stroomgeu-
len, M1001. De gevolgen voor het milieu, bij
voorbeeld het getijverschil bij Yerseke, en de
morfologie van de platen en kortsluitgeulen,
werden onderzocht met het één-dimensionale
mathematische model IMPLIC en de twee-di
mensionale mathematische modellen OOST,
DOOS en MOOS.
M1001 is een drie-dimensionale weergave van
de sluitgaten Hammen, Schaar en Roompot op
schaal 1 80. Dit model is uitstekend geschikt
om het stroombeeld te onderzoeken in een
sluitgat dat gedeeltelijk is afgesloten. Indien de
gesloten schuiven aansluiten aan de oever,
blijkt er een gunstig werkklimaat te ontstaan.
Achter het blok gesloten schuiven ontstaat een
stabiele neer, die vergelijkbaar is met de neer
achter een damaanzet. De stroomsnelheid
evenwijdig aan de as van de kering bij gemid
deld springtij bedraagt beneden- en boven-
strooms van het gesloten schuivenblok
maximaal 0,30 m/s en 1,2 m/s. De richting van
de stroomsnelheid verandert niet tijdens eb of
vloed. Langs de randen van de neer ontstaat
echter wel een grotere stroomsnelheid, die een
verhoogde aanval op de bodembescherming
en de ontgrondingskuilen tot gevolg heeft.
Wanneer daarentegen enkele schuiven gesloten
worden midden in een sluitgat ontstaat er een
ongunstig stroombeeld, zowel voor de werk
baarheid als voor de bodembescherming. Aan
de randen van het gesloten schuivenblok
ontstaan beurtelings links- en rechtsdraaiende
wervels, die voortdurend veranderen in grootte
en richting. Zij zouden daardoor sterk wisselen
de belastingen veroorzaken op de werkschepen
'Trias' en 'Taklift 4'. De dwarsstroomsnelheid
bij gemiddeld springtij bedraagt maximaal 2,7
m/s, bij 7 gesloten schuiven. Door wetmatighe
den die gelden voor wervelstromen verandert
deze snelheid echter telkens met een periode
van 20 minuten van richting en grootte. Ook de
werkbaarheid van de aan- en afvoerschepen en
andere hulpvaartuigen wordt hierdoor vermin
derd. Sluiting van een aantal schuiven in het
midden van het sluitgat is dus geen goede
methode om de werkbaarheid te verbeteren.
De wervels kunnen echter worden voorkomen
door aan weerszijden van het gesloten schui
venblok twee schuiven om de andere te
sluiten. De neer achter het gesloten schuiven
blok gedraagt zich dan wel stabiel en heeft
slechts een geringe stroomsnelheid. Zo is het
mogelijk om ook in het midden van de Roompot
een gunstig werkklimaat te creëren.
R'° MXIX^XIXIXI
Fig. 1. Maximale stroomsnel-
heden bij vloed in de Roompot,
als er zeven schuiven gesloten
zijn
Fig. 2. Verdieping per week
van een 10 m diepe kuil achter
gesloten schuiven
Fig. 3. Stroombeeld bij
maximale vloed, bij gesloten
Schaar en alle dorpelbalken
geplaatst
TOENEMING KUILDIEPTE IN m PER WEEK
6
2
RW R12 R14 R16 R18 R20 R22 R24 R26 R28 R30 R32
PIJLERLOCATIES
10 SCHUIVEN GESLOTEN
5 SCHUIVEN
GESLOTEN
52