HIJSOGEN IN SCHUIF
Fig. 1. Schuif met tijdelijke
voorzieningen ten behoeve
van de plaatsing
i
De schuif zakt op zijn plaats in
doorstroomopening Hammen 2.
1
Fig. 2. Takelmogelijkheden
van de 'Taklift 4'
I
I
Om onder de in de Oosterschelde optredende j
omstandigheden van stroom, wind en golven
een aanvaardbare produktie te kunnen realise
ren moet een plaatsing snel verlopen, want het
kenteringsvenster is maar klein, en liefst ook
met beperkte bewegingen van de bok worden
uitgevoerd. De hulpmiddelen zijn ontworpen
om plaatsingen ook onder grenswerkbaar-
heidsomstandigheden mogelijk te maken. Het I
hijsframe voor de schuiven is zo ontworpen dat j
de te hijsen elementen zo min mogelijk
oneigenlijk belast worden (figuur 3). Dit
betekent dat de elementen zo dicht mogelijk bij
en recht boven de definitieve ophang- en
opiegpunten worden aangeslagen. De schuiven
variëren in hoogte van 5,90 m tot 11,90 m.
Gegeven de stand en de positie van de pijlers
worden de schuiven op maat gemaakt. Elke
schuif is derhalve uniek, en de hijspunten dus