c jgespoord. Dit is van belang, omdat een v rbetering van het totale voorspelsysteem v oral afhangt van een verbetering van de z akste schakel. t evaluatie heeft een aantal belangrijke c nclusies opgeleverd. Zo bleken de modellen v or de significante golfhoogte voldoende n uwkeurig; een verbetering van de verwach- t :g zou vooral te bereiken zijn door de verwach- ti gen bij BG2 te verbeteren zowel voor de nd als voor de golfhoogte. De relatieve rwachtingennauwkeurigheid bedroeg voor golfhoogte globaal 40 tot 50 procent. Voor laagfrequente golven is de relatieve verwach- gennauwkeurigheid globaal 100 tot 150 □cent, hetgeen duidelijk voor verbetering tbaar is. Dat kan bereikt worden door de rwachtingen bij BG2 te verbeteren, maar ook or de modellen MDC4 en MDC5 op dit punt te verfijnen. Een ander belangrijk resultaat was dat de bij de verwachting gehanteerde band breedte van golfhoogte of deining meer in overeenstemming kon worden gebracht met de voorspelnauwkeurigheid. Sinds de evaluatie zijn aan de voorspelketen achtereenvolgens het spectrummodel, de bewegingsberekening en het EXCO-model toegevoegd. Deze modellen zijn tot op heden nog niet in de totale voorspelketen geëvalueerd. Wel is de modelnauwkeurigheid op beperkte schaal onderzocht. Vooral het sprectrummodel bleek nog wel enige verbetering te vereisen. De andere modellen blijken voldoende nauwkeurig. In mei van dit jaar wordt de evaluatie opnieuw opgepakt, maar nu van het gehele voorspelsys teem. Daarbij zal dan ook gebruik gemaakt worden van de informatie van de WAVEC- golfrichtingsboeien die op de Noordzee en de STATION 334 WB 5 PERIODE JANUARI 1983 PARAMETER: Hs DAGELIJKS VERWACHTINGSTIJDSTIP-. 21.00 UUR OPGETREDEN GOLFHOOGTE VERWACHTE GOLFHOOGTE rT/CX 5 AN' Os 6, Y 133

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1985 | | pagina 27