Oosterschelde zijn uitgelegd. Deze boeien
meten het golfrichtingsspectrum.
Als gevolg van de evaluatie werd meteen een
aantal kleine verbeteringen uitgevoerd, zoals
bijvoorbeeld de aanpassing van de voorspelde
bandbreedte. De verbetering van de voorspel
lingen bij BG2 vereisten een veel grootschaliger
activiteit. De Rijkswaterstaat en het K.N.M.I.
hebben gezamenlijk een groot aantal activiteiten
ontplooid, gericht op verbetering van de
deiningspredictie in het algemeen. Er werden
nieuwe modellen uitgeprobeerd voor het
voorspellen van de wind; daarnaast werd voor
de golfvoorspelling bijzonder veel aandacht
besteed aan de zogeheten data-assimilatietech-
niek. Actuele meetgegevens van golven en
wind op de Noordzee, verkregen op boorplat-
forms, kunnen namelijk worden meegenomen
in bestaande modellen zoals GONO, waarvan
ze dan de betrouwbaarheid verhogen. Tevens
werd een nieuw ARMAX-deiningsmodel
ontwikkeld, dat het mogelijk maakt uit de
bovengenoemde meetgegevens via geavan
ceerde tijdreeksanalyses de deining te bepalen
Figuur 6 toont via een tijdverschuiving duidelijl'
de relatie tussen de deining verder weg op de
Noordzee en de deining bij de Oosterschelde.
Deze nieuwe methode verkeert voor wat betreft
de Oosterschelde momenteel in een pre-opera-
tionele fase, en geeft reeds bevredigende
resultaten. In de toekomst wordt verdere
verbetering van de deiningspredictie verwacht
door de operationele invoering van de eerder
genoemde golfrichtingsmeetgegevens van de
Noordzee.
Tot op heden heeft het golfvoorspelsysteem
van het Hydro-Meteo-Centrum voldaan aan de
verwachtingen. Het blijkt zeer wel mogelijk een
134