r
2.
3.
VERWIJDERBARE DREMPEL
DEUR ZOOMMEERZIJDE
SLUISVLOER
Fig. 2. Het sluiseiland
Fig. 3. Principe van de
verwijderbare drempel
Fig. 4. Situatie en doorsnede
van de sluis
te groot is om de sluis te kunnen passeren,
gering. Bovendien zijn de passeertijden voor
de recreatievaart gunstig, en zijn de zout/zoet-
belasting en de kosten aanvaardbaar. In 1983
heeft de Minister besloten tot de bouw van een
kleine sluis in de Oesterdam overeenkomstig
dit advies.
De sluiskolk wordt gevormd door een bakvor-
mige gewapend-betonnen kolk op N.A.P. -4,00
m, met een breedte van 6,50 m, die aansluit op
beide sluishoofden. In de sluishoofden, die een
dagmaat van 6,50 m hebben, zijn deurkassen
opgenomen. De sluis sluit met het oostelijke
hoofd aan op de betonnen landhoofden van de
overbrugging.
De afsluiting van de sluiskolk vindt plaats met
één draaideur per sluishoofd (figuur 4). Op de
wal staat één reservedeur. Het nivelleren vindt
plaats door middel van schuiven die in de
138
deuren worden aangebracht.
De afmetingen van de sluis maken dat zout/zoe -
scheidingsmaatregelen in het belang van de
waterhuishouding overbodig worden geacht.
In het betonwerk worden wel sparingen
aangebracht om de mogelijkheid open te
houden tezijnertijd in beide sluishoofden een
luchtbellenscherm te installeren.
Over de sluis, juist buiten het sluishoofd aan d3
Zoommeerzijde, wordt een beweegbare brug
gebouwd. Vooral om landschappelijke redenen
is gekozen voor een basculebrug. De bovenkant
van de brug komt op N.A.P. 5,80 m, gelijk
aan de hoogte van de aansluitende dam door
het Tholense Gat. De breedte van de brug is
afgestemd op de weg over de Oesterdam, die
door de provincie Zeeland wordt aangelegd. E
zijn afspraken gemaakt over de verdeling van
de kosten.