D bediening van de sluis kan plaatsvinden v ïuit een bedieningsgebouw ten zuiden van d sluis. Omdat de sluis een groot deel van de ti licht belast zal zijn, acht de beheerder het n t doelmatig uit te gaan van plaatselijke b diening het hele jaar door. Op dit moment w rdt daarom de mogelijkheid bekeken van a -omatische (zelf)bediening van de sluis. D arnaast is evenwel de mogelijkheid tot b diening ter plaatse noodzakelijk, gedurende d ikke perioden en bij storingen van de a omatische bediening. A n de hand van schutsimulaties is bepaald d de totale schutcyclus bij volbelast heen en w er schutten 35 minuten zal bedragen. In d ze tijd is het in- en uitvaren inbegrepen. Bij e n eenzijdig aanbod van schepen voor de s lis is de schuttijd korter. Aan de Oosterschelde- en Zoommeerzijde van d i sluis worden aan de noordkant geleidewer- ken gemaakt onder een hoek van 1 4 met de sluisas, overgaand in opstelplaatsen. Aan de tegenoverliggende zijde wordt aan de Ooster- scheldekant van de sluis nog een kort geleide- werk aangebracht. Aansluitend hieraan worden wachtplaatsen gemaakt. De geleidewerken, die drijvend worden uitgevoerd, worden voorzien van 2 m brede looppaden (figuur 4). Aan weerszijden van de sluis zijn stortebedden nodig. De afmetingen ervan worden bepaald door de krachten die worden uitgeoefend door de waterstralen via de schuifopeningen in de deuren tijdens het nivelleren van de schutkolk, en door de schroefstralen van in- en uitvarende schepen. Voor beide stortebedden is stortsteen 10/60 kg voldoende. Met de bouw van de sluis is medio 1984 begonnen. De sluis moet gereed zijn voordat met de werkzaamheden voor de sluiting van het Tholense Gat wordt begonnen, eind 1986. 139

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1985 | | pagina 33