r jn het gebied geen drempel wordt aangelegd 1 jnnen ook de bestaande mosselpercelen orden gehandhaafd. De recreatie wordt in dit ternatief geheel geweerd. Alternatief 2 sluit z veel mogelijk aan op de bestaande situatie. 3 mogelijkheden voor extensieve recreatie en r stuureducatie zijn hierop geënt. Het meest s ructuurbepalende element in alternatief 3 v ordt gevormd door de aanleg van een c ;sterkwekerij in het westelijke gedeelte van f t gebied. Daarnaast zijn beperkte recreatieve r ogelijkheden opgenomen. 3 realisering van een oesterkwekerij gaat ten k >ste van het intergetijdegebied ter plaatse, v at op gespannen voet staat met het Beleids- E an. Dit is een argument om aan de vestiging v in een oesterkwekerij op het werkeiland f seltje Jans, waar eveneens mogelijkheden a nwezig zijn, de voorkeur te geven. Indien de F 4,5. Alternatieven 4 en 5 kwekerij echter op andere - bijvoorbeeld bedrijfseconomische - gronden in het Schelp- hoekgebied aanzienlijke voordelen biedt, dan wordt de vestiging op deze plaats, gezien het grote belang dat in de hoofddoelstelling in het Beleidsplan aan de visserij is toegekend, niet in strijd met het Beleidsplan geacht. In de alternatieven 4 en 5 worden aanzienlijke recreatieve ontwikkelingen voorzien. Onderde len daarvan worden in strijd geacht met het Beleidsplan. Als voorbeelden kunnen worden genoemd een gebouwde verblijfsaccommoda- tie en een voorziening voor recreatie bij goed en slecht weer. Dergelijke voorzieningen zouden, mede gezien de benodigde omvang met het oog op de levensvatbaarheid, voor het Schelphoekgebied een bovenschikking inhou den van de recreatiefunctie boven zowel de natuur- als de visserijfunctie. Dit is niet ver enigbaar met de inhoud van het Beleidsplan voor de Oosterschelde. Een beperkte verblijfsrecreatieve ontwikkeling, gericht op de specifieke kenmerken van het Schelphoekgebied, zou in het Oosterschelde- beleid kunnen worden ingepast. De voorkeur gaat dan uit naar situering op het havenplateau waar deze functie gecombineerd zou kunnen worden met een voorlichtingscentrum, gericht op de specifieke waarden van het gebied. Een verblijfsrecreatiecomplex binnendijks, aan de westzijde van het gebied, wordt gezien de reële uitbreidingskansen, ongewenst geacht. Het openhouden van de zate als trailerhelling en het plankzeilen worden niet in strijd geacht met het Beleidsplan. Een intensieve ontwikke ling van laatstgenoemde functie binnen het Schelphoekgebied wordt echter niet verwacht. Indien het plankzeilen zich zou richten op de nabijgelegen Roggenplaat, die een belangrijke 6^o 6 145

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1985 | | pagina 39