P atuurbouwmogelijkheden op z jedijken Z edijken hebben als hoofdfunctie waterkering: d bescherming van het achterliggende land te jen zeewater. Daarnaast vervullen ze vaak n< g andere functies; er loopt een weg over de di k, en de dijk kan dienen als basis voor re rreatieve bezigheden zoals sportvissen en di iken. Dijken hebben ook een functie in de n; tuur. Dan denken we meestal aan het rijke pl inten- en dierenleven onder water (zie de Berichten 100, mei 1982, en 112, mei 1985). 0 k de hogere delen van de glooiing en het k! igedeelte van de dijk bieden echter m ^gelijkheden voor de natuur. In dit artikel gaan we daar nader op in. We w len het in het bijzonder hebben over de zone w arin het zoute water nog van invloed is, zc dat er zoutplanten kunnen voorkomen. Ten gt volge van inpolderingen, afdammingen en et tuurmaatregelen zijn deze zoutminnende pl ntengemeenschappen de laatste decennia in oppervlak namelijk vrij sterk achteruitgegaan, w ardoor de betekenis van deze zone op dijken re ttief groter is geworden. Met het op D ta-hoogte brengen van onze zeedijken, en m t de partiële dijkverzwaring langs de Or sterschelde is ook de zilte dijkzone echter op gr te schaal op de schop genomen. De glooiing is aak hoger opgetrokken dan voorheen en va betonblokken gemaakt. De berm komt dan zo ïoog te liggen dat hij nog slechts zelden w< -dt overspoeld; te weinig om er zoutplanten te aten groeien. Om die reden zal in dit artikel te' ens een aantal mogelijkheden worden aangegeven waarmee de natuurfunctie van de :e zone in stand gehouden of vergroot kan w rden. Tr t het begin van de 18e eeuw werden er bij d; i<bouw geen steenglooiingen toegepast; de d Ken werden verdedigd met paalwerken of palissaden. Zelf waren ze bekleed met een grasmat. Omstreeks 1730 werden deze palissaden echter binnen korte tijd vrijwel geheel vernield door de paalworm. Deze in die tijd voor veel opschudding zorgende ramp dwong ertoe uit te kijken naar andere methoden. Vanaf die tijd begon men dan ook met de toepassing van steenglooiingen; aanvankelijk werd vooral natuursteen gebruikt. Op plaatsen waar slechts een lichte aanval werd verwacht werd ook wel baksteen gebruikt. In onze eeuw wordt veel beton en asfalt gebruikt; daarnaast worden veel natuursteenglooiingen met fijn beton ingewassen. De glooiingen van natuursteen hebben door hun betrekkelijk onregelmatige vorm vrij veel openingen tussen de afzonderlijke stenen. Bij betonblokkenglooiingen is deze ruimte veel geringer omdat zulke blokken zeer regelmatig van vorm zijn en daardoor goed aaneensluiten. Bij asfaltglooiingen tenslotte en bij met asfalt of beton gepenetreerde natuursteenglooiingen komen helemaal geen spleten voor. Op het buitenbeloop van een niet met een steenglooiing verdedigde dijk komt een grasmat voor waarvan de soortensamenstelling sterk verandert met de hoogte. Op de laagste, regelmatig overspoelde delen komen de meest Vilvoordse zandsteen met daarboven een zoutvegetatie; op de achtergrond een nieuwe glooiing van Haringmanbeton- blokken, zonder vegetatie 147

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1985 | | pagina 41