spuiten, profileren, verdichten, en het aanbren gen van de bekleding. Als bekleding is, liever dan een open constructie, waterbouwasfaltbeton gekozen omdat daarmee grote capaciteiten kunnen worden gehaald, terwijl het ook financieel aantrekkelijk is. Het waterbouwasfaltbeton wordt rechtstreeks op het verdichte zand aangebracht. Voor de dimensionering werd de hulp ingeroepen van de Waterloopkundige Afdeling van de Delta dienst. De dikte op het ondertalud is 30 cm, daarboven 20 cm. Deze lagen worden in één keer aange bracht. Aansluitend aan het asfaltbeton wordt de kern van de dijk afgedekt met klei, in een laag ter dikte van 90 cm aan de zeezijde en op de kruin, en ter dikte van 60 cm op het binnentalud en de berm. Uitvoering De uitvoering begint met de fundering van de nieuwe dijk, een grondverbetering op het wad. Mede vanwege de wisselende breedte en diepte van het cunet kozen de aannemers bij elk bestek een andere werkwijze. Ze ontgroeven de grond met een kleine cutterzuiger en spoten het zand met een bakkenzuiger in het cunet; dan wel ze ontgroeven met hydraulische kranen en draglines en vulden het cunet onmiddellijk weer aan met droog aangevoerd zand; of ze ontgroeven met kranen, bulldozers en draglines en maakten daarbij poldertjes, die naderhand werden volgespoten met zand. Na het aanbrengen van de eerste slag zand, tot N.A.P., kan de azobé-houten teenconstructie worden aangebarcht, met aansluitend een 4 m brede stortberm. In de meeste gevallen werd ook hiervoor vrijkomende stortsteen gebruikt. Nadat de oude dijk is ontmanteld kan hij dienst doen als perskade bij het aanbrengen van de rest van het zand, in één of twee slagen. De maximale capaciteit bij dit werk ligt rond 70000 m3 per week. Voor de winning van de benodigde 3000 000 m3 zand zijn concessiege bieden aangewezen in de Waddenzee. Zelfva- rende steekhopperzuigers met een beun van 500-800 m3varen het zand vanaf de winplaatsen naar een bakkenzuiger, die enkele kilometers uit de kant moeten blijven liggen in verband met de beschikbare waterdiepte. Via wad-leidin gen wordt het zand dan in de dijk geperst. Wanneer het perswater uit het zand is wegge zakt, kan worden begonnen met het profileren en verdichten van de zandkern en met het aanbrengen van de bekleding. De 30 cm dikke laag zandasfalt onder de open bekleding wordt aangebracht met behulp van een mal. Het 160 materiaal bevat 6,4% bitumen 80/10, en behoudt daardoor een open structuur. Zandasfalt kan de bij zomerstormen optredend golfaanval goed weerstaan; dat is één van de redenen waarom hier de voorkeur aan wordt gegeven boven een onderlaag van granulair materiaal. Wanneer er basaltzuilen 30/40 worden verwedt moet er eerst een 15 cm dikke laag puin worden gestort. Betonzuilen worden recht streeks op het zandasfalt geplaatst. Moeten basaltzuilen altijd met de hand worden ge plaatst, betonzuilen kunnen zowel met de hand worden verwerkt als machinaal. Het is echter gebleken dat de kostenverschillen niet zo heel groot zijn, terwijl de aanvoer van draagborder met betonzuilen voor het machinaal zetten langs de in aanbouw zijnde dijk een storend element vormt voor de overige aldaar uit te voeren werkzaamheden, in het bijzonder de verwerking van asfaltbeton. Vaak wordt daarom toch gekozen voor steenzetten met de hand. Basalt- en betonzuilen worden vastgezet door de openingen tussen de zuilen te vullen met steenslag. Het waterbouwasfaltbeton wordt in één laag aangebracht, onder de berm met een dikte van 30 cm en daarboven van 20 cm. De dichtingslaag wordt als volgt aangebracht. Binnen enkele dagen wordt er 0,6 kg/m2 bitumenemulsie over gespreid, afgestrooid met 1,5 kg/m2 grof rivierzand en nadat een groot gedeelte van de dijk gereed is met 1,2 kg/m2 wegenteer, afgestrooid met 12 kg/m2 steenslag 4/8. Boven de asfaltbetonlaag worden over een breedte van 3 m klinkerkeien in klei gestraat, opgesloten door een koprollaag. De klei is aangevoerd van verschillende plaatsen: van een kleidijk in de Wieringerwaard, van industrieterreinen in aanleg, uit Halfweg, waar zeer geschikte spoelklei bij de suikerbie tencampagne vrijkomt, en van landerijen waa voor de bloembollenteelt een deel van de kleilaag wordt vervangen door zand. De verhoging van de Wieringerzeedijken is al met al geen moeilijk werk: gewoon even zandspuiten en een bekleding aanbrengen in asfalt, steen of klei. Maar er wordt steeds gele op kwaliteit, en het werk moet wel op tijd klaa zijn, ieder jaar in oktober.

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1985 | | pagina 54