De toplaag van de drempel
De pijlers van de stormvloedkering in de
Oosterschelde worden ingepakt met een
pakket steen; we noemen dat de drempel.
Deze constructie dient een aantal functies te
vervuilen van grondmechanische en van
hydraulische aard. De grondmechanische
functies hebben voornamelijk betrekking op
het leveren van steun aan de pijlers in horizon
tale en verticale zin. De hydraulische functies
betreffen allereerst de bescherming van de
onderliggende bodemmaterialen tegen erosie
in de bouwfase en de operationele fase, een
kwestie van filterwerking dus, en daarnaast
golf- en stroombestendigheid. Verder is de
drempel ook onderdeel van de afsluitconstruc-
tie. In verband met deze laatste functie
worden eisen gesteld aan de doorlatendheid
en de vormgeving ervan.
De drempel dient deze functies te kunnen
blijven vervullen onder extreme meteorologi
sche en hydraulische omstandigheden, ook als
er één schuif weigert. In dit artikel wordt
verder niet ingegaan op de later aan te brengen
aanstortingen tegen de dorpelbalken.
Om te kunnen functioneren als filterconstructie
ten opzichte van de ondergelegen fundering
moet de constructie beantwoorden aan eisen
wat betreft de afmetingen van het materiaal in
de onderste laag van de drempel. Verder naar
boven toe worden de afmetingen van het
gebruikte materiaal steeds groter, omdat de
stroomsnelheden in de opeenvolgende
bouwfasen sterk toenemen.
Voor de dimensionering van de toplaag van de
drempel aan de Oosterscheldezijde is de
situatie maatgevend waarin onder extreme
omstandigheden één schuif weigert dicht te
gaan. Het ontwerpverval bedraagt in deze
situatie4,2 m, meteen bijbehorende significante
golfhoogte van 4 m. Onder deze omstandighe
den kunnen de stroomsnelheden onmiddellijk
boven de toplaag oplopen tot ongeveer 12 m/s,
terwijl de turbulentie in het water sterk toe
neemt.
Uit modelonderzoek is gebleken dat voor de
maatgevende locaties in de sluitgaten stenen
met een gemiddelde massa van 8 ton benodigd
zijn. Aan de Noordzeezijde, en op grotere
afstand uit de as van de stormvloedkering zijn
de stroomsnelheden lager, zodat daar lichtere
steen gebruikt kan worden. In het gedeelte van
de toplaag onder de dorpelbalk kan volstaan
worden met steen van één tot drie ton.
Aan weerszijden van de dorpelbalk worden
111