aanstortingen aangebracht die opgebouwd zijn
uit verschillende materialen.
ZEEZIJDE
OOSTERSCHELDEZIJDE
Uitvoering
Om uitvoeringstechnische redenen is het
aantrekkelijk steen vanaf de waterlijn te storten
met behulp van steenstorters. Er kunnen dan
grote hoeveelheden tegelijk verwerkt worden,
en de kosten van de verwerking blijven relatief
laag. Het materiaal dat in de omgeving van de
betonnen onderdelen gestort wordt, kan echter
in aanraking komen met de betonnen pijlers, of
- in het geval van de aanstortingen - met de
dorpelbalken. Voor de fijnere materialen is dat
geen probleem, maar voor de grotere stenen
wel. Vrij vallend vanaf de waterlijn bereikt de
valsnelheid van de grootste stenen waarden tot
8 m/s. Dit veroorzaakt, gevoegd bij het grote
stukgewicht, bij het botsen van de steen op de
pijler of de dorpelbalk een grote kracht, die
schade aan het betonnen onderdeel kan
veroorzaken.
Dit probleem is in de voorbereidingsfase
uitgebreid bestudeerd, onder andere met
behulp van onderzoek op schaal 1:1. Dat heeft
geleid tot het formuleren van beperkingen ten
aanzien van het vanaf de waterlijn storten van
steen (figuur 2). Voor de steensorteringen van
1-3 ton en zwaarder gelden restricties die
verwerking van deze materialen met behulp
van steenstorters in de directe omgeving van
pijlers en dorpelbalken uitsluiten. Derhalve is
gezocht naar een methode waarbij de stenen in
dit gebied geleid naar beneden kunnen worden
gebracht, en met een minimale snelheid tegen
het beton gestort.
Omdat uit het onderzoek is gebleken dat zelfs
het kantelen van steen van 3-6 ton en 6-10 ton
ontoelaatbare schade aan de betonnen onder
delen van de stormvloedkering zou veroorzaken,
is in het ontwerp voorzien in de toepassing van
een strook steenasfalt langs de pijlers op die
locaties waar de toplaag van de drempel
bestaat uit steen zwaarder dan 3-6 ton. Dit
steenasfalt wordt aangebracht in eenheden
met een gewicht van 25 ton.
De toplaagstorter
Om de zware materialen nauwkeurig te kunnen
aanbrengen is een speciaal verwerkingsappa
raat ontworpen: een op een ponton geplaatste
bijzondere kraan. Het ontwerp van de kraan is
afgeleid van een bestaande serie, maar ten
behoeve van het werken in de Oosterschelde is
een groot aantal modificaties aangebracht. De
kraan bestaat uit een onderwagen op rupsen,
waarop een draaibare bovenwagen is gemon-
112
Fig. 1. Doorsnede van de
drempel en de pijler
De 'Trias' plaatst breuksteen
vanaf de aanvoerponton
'Barnea 1'
Fig. 2. Beperking van de
storthoogten van het drempel
materiaal
sortering
vlak van de
valhoogte, ver
valrichtlng tijdens rake i
pijler
ticaal gemeten
van de pijler
breuksteen
langsvlak
zo klein mogelijk
in een vlak van maxime al
1-3 ton
4:1 ten opzichte van c e
verticaal
breuksteen
kopvlak
zo klein mogelijk
onder een helling van
1~3 ton
maximaal 2'. 1 In de
richting van het trefvlek
(■kopvlak)
breuksteen
geen contact met
-
3~ton en
het beton
6~ 10 ton
toegestaan
betonblokken
-
zo klein mogelijk
in een vlak van maxim ial
1 en 2m'
4:1 ten opzichte van d«
verticaal
dorpelbalk
sortering
vlak van de
[valhoogte ver
valrichtlng tijdens rakjn
dorpelbalk
ticaal gemeten
van de dorpelbalk
breuksteen
1—3 ton
betonblokken
van 2m
ooaterschelde-
zijde (achter-
vlak)
zo klein moge^
lijk
maximaal
4 m
m vlak van maxima#
4:1 ten opzichte van de
verticaal
In een vlak van maximaal
4;1 ten opzichte van de
verticaal
afstand van minimaal 1,35 m tot enig vast deel van een werktui< to!
enig deel van het beton
AANSTORTING
TOPLAAG
AANSTORTING