gegeven tot een uitgebreid bemonsterings programma. Er werd namelijk een lagere gemiddelde massa aangetroffen en er waren meer scherven dan verwacht. Aan de hand van het bemonsteringsprogramma zijn gebieden aangewezen waar bepaalde sorteringen moeten worden verwerkt om zo toch aan de eisen te kunnen blijven voldoen. Voordat de drempelmaterialen aangebracht kunnen worden, dienen aanzanding en andere ongerechtigheden verwijderd te worden. Zodra de toleranties worden overschreden moet de bodem worden opgeschoond, hetzij met het wervelwiel of met één van de 'airliften'. Dit zijn zuigpijpen waar onderin lucht geïnjecteerd wordt. Door de opstijgende luchtbelletjes ontstaat een zuigwerking. In principe werd het wervelwiel ingezet bij het verwijderen van grote hoeveelheden zand. Er werd dan een omlaaggerichte straal opgewekt door de persschoepen van het wervelwiel, die tegelijk om zijn verticale as draaide. Door de straal en de opgewerkte wervel werd het zand losgewoeld; het mengsel werd aangezogen door de zuigschoepen van het wervelwiel en binnendoor omhooggestuurd. De in de omlaaggerichte straal meegespoten lucht moe:t het zand/watermengsel opvoeren naar het oppervlak. Afvoer vond plaats door de getijdestroom, dus het opschonen kon niet op de kentering plaatsvinden. Tijdens de uitvoering zijn geen grote hoeveelheden zand aangetroffen, zodat het wervelwiel nauwelijks n functie is geweest. Kleinere aanzandingen, die voornamelijk werden aangetroffen in de slootjes tussen het losgestorte filter over de naden van de funderingsmatten en de bovenmatten, worden opgeschoond met behulp van de

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1985 | | pagina 12