huil =NAP 5. IJZEREN BUIS i KURK MET ONTLUCHTING PEILSCHAAL k;."H PLASTICPIJP BEVESTIGINGS BEUGEL KURKDRIJVER 1 Fig. 5. Hulppeilschaal met lineaal, plastic pijp en drijver je Fig. 6. Overzicht van de detailmodellen van de Oosterschelde capaciteitsgebrek moest de meting echter verschoven worden naar een latere periode. Hij is nu uitgevoerd direct na het plaatsen van de eerste pijlers in de Hammen. Een overzicht va;i de meetpunten geeft figuur 2. Bij de stroom-, zand- en getijmeting is geprobeerd op vier vragen een antwoord te krijgen. Hoeveel water stroomt er over de Roggenplaat en hoe stroomt het over de plaat? Hoe verloopt de stroming langs de rand van d; plaat, waar het langs de plaat stromende watt r en het van de plaat afstromende water met elkaar in aanraking komen? Welke kracht oefent de stilstaande bodem uit op het stromende water? Hoeveel zand stroomt er met het wate mee? Om een duidelijk antwoord te krijgen op deze vragen is de meting uitgevoerd bij een fors getij, omdat de stromingen dan relatief sterk tri de zandgehalten relatief hoog zijn. Er werd gebruik gemaakt van een grote variat e aan meetinstrumenten en materieel. Langs de rand van de Roggenplaat en de geulen in de Roggenplaat is de stroomsnelheid zoveel mogelijk vanaf boten gemeten. Op de hogere delen van de plaat is voor de stroommeting gebruik gemaakt van speciale meters, die in d 3 Waddenzee gebruikt worden voor het meten >p ondiep water. Op vier plaatsen - twee aan elke kant van de plaat - is verder het zandtransport gemeten. Door uitval van apparatuur werd geen banspcrt gemeten in een dwarsraai over de plaat De stroom- en sedimenttoestand van de voornaamste kortsluitgeul in de Roggenplaat 't Oliegeultje - waren al in een eerder stadium vastgelegd. De vastlegging van de bodem is voor de diepere delen varend uitgevoerd met behulp 190

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1985 | | pagina 24