gedeelte, de damvakken Speelmansplaten II en Marollegat. Bij de keuze heeft mede een rol gespeeld dat instabiliteiten door afschuivingen of doorpersingen in de spuitfase niet acceptabel zijn. Er blijft dan namelijk onzekerheid over de schuifsterkte-eigenschappen van de ondergrond na afschuiving in de zone van het afschuifvlak, en over de grondlagenopbouw na afschuiving, en daarmee over de te verwachten restzettingen. Ook blijft dan de onzekerheid ten aanzien van de voortgang van het werk, het eventueel terugstellen van leidingen en het optredende zandverlies te riskant. Iets naders nu over de gehanteerde veiligheidsfactoren. Stabiliteitsberekeningen Om tot een evenwichtig grondmechanisch ontwerp te komen zijn stabiliteitsberekeningen uitgevoerd waarbij de ruimte tussen de karakteristieke sterkte en de karakteristieke belasting wordt gevuld door een veiligheidsfactor ten aanzien van de grondmechanische macrostabiliteit, de stabiliteit dus van de gehele constructie, inclusief de ondergrond. De algehele veiligheidsfactor is samengesteld uit een drietal partiële veiligheidsfactoren, die betrekking hebben op de belasting, de sterkte en de schade. Bij de berekening van de algehele veiligheidsfactor wordt rekening gehouden met de drie uitvoeringsfasen: de spuitfase, de voorbelastingsfase en de eindfase. De partiële veiligheidsfactoren hebben een betrekking tot de belasting door waterstanden in en buiten d; dam, tot de geometrie van het spuitprofiel, to de grondparameters, de gelaagde opbouw vat 194

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1985 | | pagina 28