2.
N-TOTAAL IN mg/l
20 40 60
P-TOTAAL IN mg/l
H/So
P-TOTAAL IN pg/l
Fig. 2. Model voor de berekening
van het gemiddelde chlorofyl-
gehalte in het zomerhalfjaar
Fig. 3. Berekening volgens het
Vollenweider-model, met 95%
betrouwbaarheidsinterval
Fig. 4. Chlorophylconcentraties
berekend met BLOOM 11/
CHARON voor de verschillende
doorspoelalternatieven voor het
Volkerak- en Zoommeer
Het zal duidelijk zijn dat de uitkomsten van een
model als dit slechts juist kunnen zijn als de
processen op juiste wijze zijn geformuleerd, en
als de waterkwaliteit ook inderdaad bepaald
wordt door die processen. Op een aantal essen
tiële punten is onze proceskennis momenteel
nog zo beperkt dat de prognoses met enig
voorbehoud behandeld dienen te worden.
Voor de jaren 1974, 1975 en 1976 - representa
tief voor respectievelijk een nat, een gemiddeld
en een droog jaar - is de waterkwaliteit
berekend van het Volkerakmeer en Zoommeer
bij een aantal varianten. Eerst werd veronder
steld dat het Volkerakmeer en het Zoommeer
een vast peil zouden hebben van N.A.P., en
dat er geen doorspoeling zou zijn naar de
Westerschelde via het Bathse Spuikanaal.
Alleen het peil blijft gehandhaafd. Daarna was
de veronderstelling: peil op N.A.P. en achter
206
eenvolgens continu 25 m3/s, 50 m3/s en
100 m3/s doorspoeling naar de Westerscheldi
Het Volkerak/Zoommeer zal hoofdzakelijk
gevoed worden met een mengsel van Rijn- er
Maaswater. Het zal een hoge nutriëntenbe
lasting hebben en een relatief korte waterverb jf-
tijd. Gezien de watertoevoeren en
wateronttrekkingen zal in een gemiddeld jaar Dij
een vast peil van N.A.P. op het Volkerakmee
en het Zoommeer 30 m3/s moeten worden
ingelaten via de Volkeraksluizen.
Beschouwt men de waterbalansen van een ge
middeld jaar zonder doorspoeling, dan blijkt cat
de inlaat via de Volkeraksluizen en de
polderbelasting de grootste belastingsbronnen
zijn voor het Volkerakmeer: respectievelijk 70 en
22 procent.
De onttrekkingen bestaan hoofdzakelijk uit d
uitlaat naar het Zoommeer en het waterverbr fik