Hieruit volgt dat de bovengrens van de
concentratie van chlorofyl voor zowel het
Volkerakmeer als Zoommeer op 82 pg/l zal
liggen. De beperkende factor is in alle gevallen
de hoeveelheid lichtenergie; de concentratie
van chlorofyl is bovendien voor alle varianten
dezelfde.
Omdat deze volgens de CUWVO-methode
berekende concentraties van chlorofyl voor
1974 en 1976 bij lichtbeperking gelijk zijn aan
die voor 1975 volgt daaruit dat de berekende
concentraties van chlorofyl voor alle varianten
en voor 1974, 1975 en 1976 gelijk zijn. De
concentratie bedraagt 82 pg/l voor het
Volkerakmeer en Zoommeer. In alle gevallen is
lichtenergie de beperkende factor.
Een indruk van de voorspellende waarde van de
methode is te vinden in tabel 8 van het
CUWVO-rapport. Daar zijn voor 50 Nederlandse
wateren de op bovenstaande wijze berekende
bovengrenzen van de concentraties van
chlorofyl vermeld.
Voor 26 van de 50 wateren kon de concentratie
in redelijke mate voorspeld worden. In de
overige 24 wateren bepalen blijkbaar andere
factoren de algenbiomassa, die dan lager
uitvalt.
De volgens Vollenweider berekende
concentraties van totaal fosfaat en chlorofyl
voor 1975 en de varianten zijn vermeld in tabel
2.
Uit de tabel blijkt dat het verschil tussen de
varianten gering is, hoewel de laagste waarden
wel altijd voorkomen bij minimale doorspoeling.
Voor het Volkerakmeer laten zich
zomerhalfjaargemiddelde concentraties
berekenen van 70-80 pg/l, voor het Zoommeer
van 45-65 pg/l. De afwijkingen voor 1974 en
1976 ten opzichte van 1975 zijn zo klein dat ze
niet vermeld behoeven te worden.
Het model BLOOM ll/CHARON berekent de
over tien dagen gemiddelde
chlorofylconcentratie. Voor het Volkerakmeer
en Zoommeer is die in figuur 4 voor drie
varianten weergegeven. In het algemeen zijn de
verschillen tussen het Volkerakmeer en
Tabel 2: Concentraties totaal fosfaat en
chlorofyl in resp. mg/l en pg/l, volgens
Vollenweider
Volkerakmeer Zoommeer
Doorspoeling totaal chlorofyl totaal chlorofyl
fosfaat
fosfaat
0 m3/s
0.33
74
0.20
49
25
0.34
75
0.24
57
50
0.34
76
0.26
61
100
0.35
77
0.29
66
208
Zoommeer en de drie varianten niet groot.
Doorspoeling via het Bathse Spuikanaal
verbetert de waterkwaliteit slechts in geringe
mate. Het verloop van de concentratie van
chlorofyl lijkt op dat in veel andere
zoetwaterbekkens: in het voorjaar worden hoije
waarden bereikt tijdens de bloei van kiezelalgr n.
Vervolgens nemen groenalgen en flagellaten het
over op een lager niveau, waarna in de nazonei
en het najaar blauwalgen de overhand krijgen.
De gemiddelde concentratie van chlorofyl in het
Volkerakmeer is bij de drie varianten min of
meer gelijk.
Bij een doorspoeling van 50 m3/s is de
concentratie wat hoger dan zonder
doorspoeling, omdat er meer nutriënten worcen
aangevoerd en uitspoeling nog vrijwel geen rol
speelt.
Bij doorspoeling met 100 m3/s is de
concentratie wat lager dan zonder
doorspoeling, omdat de uitspoeling dan een
geringe rol gaat spelen. De gemiddelde
concentratie van chlorofyl in het Zoommeer
neemt bij doorspoeling met 50 en 100 m3/s ar,
doordat de afbraak en sedimentatie van de u t
het Volkerakmeer aangevoerde algen
onvoldoende gecompenseerd kan worden door
nieuwvorming van algen: de uitspoeling zorg
voor een flinke verlaging van het
produktiepotentieel. Wordt alleen het peil ge
handhaafd, dan is er geen verschil tussen he
Volkerakmeer en het Zoommeer; de chlorofy
concentratie bedraagt dan 80 pg/l. Bij door
spoeling met 50 en 100 m3/s neemt het verschil
toe, doordat de concentratie van chlorofyl in
het Volkerakmeer min of meer gelijk blijft, er de
concentratie in het Zoommeer steeds afneen t.
Toetsing
Alleen de door BLOOM ll/CHARON berekerde
concentraties van de gemodelleerde parameiers
kunnen vergeleken worden met de internationale
normen voor de basiskwaliteit; de beide and ;re
methoden berekenen alleen zomergemiddelce
concentraties. De normen waaraan de kwali eit
van het oppervlaktewater minimaal moet vo
doen, staan in tabel 3 vermeld, en ook in welk
percentage van de tijd er aan de normen volcaan
wordt, uitgaande van de door BLOOM 11/
CHARON berekende concentraties.
In het algemeen kan gezegd worden dat in
redelijke mate aan de normen voor de minim m-
waterkwaliteit wordt voldaan.
Aan de norm voor doorzicht, zuurstof,
zuurgraad en ammonium wordt altijd voldaai.
De norm voor totaal fosfor wordt alleen gef aald
als er geen doorspoeling plaatsvindt. De not m