Tab 3l 3: Vergelijking van de waterkwaliteit in het Volkerak- en Zoommeer met internationale
nori nen.
perc. van de 108 tientallen dagen tussen 1974 en 1977
waarin aan de normen voldaan werd
e Volkerakmeer Zoommeer
i. norn Doorspoeling m3/s
0
50
100
0
50
100
dooi icht
>0,5 m nzh'
100
100
100
100
100
100
zuur tof
>5,0 mg/1
100
100
100
100
100
100
zuur raad
6,5-9
100
100
100
100
100
100
tota; fosfor
<0,2 mg P/I nzh
83
0
0
11
11
0
tota. 1 stikstof
<2,0 mg N/I nzh
0
0
0
0
0
0
amn onium
<1,0 mg N/I
100
100
99
100
100
100
chlo ofyl
100 pg/l nzh
70
70
70
67
78
95
1 nzi norm geldt alleen voor zomerhalfjaar.
Tab I 4: Berekende chlorofylconcentraties in
pg/i
Volkerakmeer Zoommeer
mett ode doorspoeling m3/s doorspoeling m3/s
0
50
100
0
50
100
CUV vo
82
82
82
82
82
82
Vollf weider
74
76
77
49
61
66
BLO M II/
80
85
75
80
70
55
CHA ION
voo totaal stikstof wordt nooit gehaald. De
nort voor chlorofyl wordt in het Volkerakmeer
in 3( van de tijd overschreden, en in het
Zoo <meer zonder doorspoeling in 30% van de
i tijd. Jij 50 m3/s doorspoeling is dit getal 20, en
bij 1 0 m3/s doorspoeling slechts 5.
Sarr nvatting
De r. et de verschillende methoden berekende
verv ichtingswaarde voor chlorofyl bij de door-
spoe varianten zijn samengevat in tabel 4.
Elk v n de gebruikte methoden heeft zijn
bepe kingen, en aan geen der methoden kan
een jsolute waarde worden toegekend. De
bere ande concentraties moeten derhalve met
enig voorzichtigheid worden gehanteerd.
Verrt tedelijk geven de resultaten van de
CUV /O-enquête en BLOOM ll/CHARON een
rede1 ke indruk van de te verwachten chlorofyl-
conc ntratie in de nieuwe meren.
Toet ng aan de internationale normen voor
mini um-waterkwaliteit laat zien dat daaraan in
rede ke mate zal worden voldaan. De
bere ende resultaten tonen voorts dat door-
spoe ng via het Bathse Spuikanaal de water-
kwa eit niet of slechts in geringe mate ver
betert. De primaire functie van het Bathse Spui
kanaal zal dus die van lozingsmiddel van over
tollig water naar de Westerschelde zijn.
Aangaande de chlorofylberekeningen kunnen
nog enkele opmerkingen worden gemaakt.
In het Volkerakmeer/Zoommeer zullen grote
ondiepe gedeelten gaan voorkomen. De chloro-
fylconcentratie zou daar weieens veel hoger
kunnen worden. Ditzelfde geldt voor beschutte
plaatsen, zoals haventjes.
Een bijkomend nadeel is dat de kans op het
voorkomen van blauwalgen op deze plaatsen
veel groter is. BLOOM ll/CHARON geeft
overigens ook al aan dat er vermoedelijk
blauwalgen voor zullen gaan komen. Met de
invloed van waterplanten is geen rekening
gehouden.
De vraag doet zich voor of er een ongewenste
ontwikkeling denkbaar is, zoals de Randmeren
die vroeger te zien hebben gegeven, waarbij
plotseling een algensoort - zoals Oscillatoria -
dominant wordt en zich onder de heersende
milieu-omstandigheden weet te handhaven,
zodat hij voor lange tijd de dominante algensoort
blijft. Daar de oorzaak van de plotselinge
dominantie van Oscillatoria in de Randmeren
nog niet geheel duidelijk is, kan een soortgelijke
ontwikkeling niet worden uitgesloten; wel moet
de kans erop in het Volkerakmeer/Zoommeer
op grond van de huidige kennis geringer
worden geacht dan in de Randmeren.
Nogmaals moet erop worden gewezen dat de
berekende concentraties van chlorofyl, gezien
de aard van de gebruikte modellen, meer als
bovengrens moeten worden gezien, bijvoorbeeld
omdat in de gebruikte modellen met graas door
zoöplankton of andere factoren die de
chlorofylconcentratie zouden kunnen verlagen,
geen of onvoldoende rekening is gehouden.
209