Vol (ens planning zullen eind 1986 alle zeedijken
gen ed zijn, op een halve kilometer rijkszeedijk
na ts Nieuwe Statenzijl, aan de Duitse grens. In
het i/ervolg van dit artikel zal nader worden
ingtgaan op de verzwaring van de noordelijke
zeei ijk, langs de Waddenzee.
In e ;n volgend artikel komen dan de werken
lancs de Dollard aan de beurt.
Na 'e verhoging van de Eemsdijken is vrijwel
aan luitend begonnen met de dijkverhoging
lanc 3 de noordkust. Dit dijkvak heeft drie
beh erders. De provincie beheert de afsluitdijk
van de Lauwerszee, het waterschap
Om telanderzeedijk de zeedijk tussen de
Lau verszee en de Emmapolder en de
Rijk waterstaat voert het beheer over de
Emi apolder- en Eemshavendijk.
In v rige Berichten werd aan de afsluitdijk van
de l auwerszee reeds ruime aandacht besteed.
De auwerszee werd in de zestiger jaren
afgt damd door de Dienst Lauwerszeewerken
van 1e Rijkswaterstaat. De afsluitdijk is
aan elegd op Deltahoogte.
De aedijk van het waterschap begint bij de
aan uiting van de Lauwerszeedijk op het
Gro ingse vasteland en strekt zich uit over een
lenc e van 26 km langs de Westpolder,
Juli napolder, Negenboerenpolder, L.
Hor anpolder, Noordpolder en Lauwerpolder.
Het >eherende waterschap omvat een
oms agplichtig gebied van 105000 ha, ongeveer
de 1 ;lft van de provincie. Het werd in 1967
opg richt, toen verscheidene kleine
kust vaterschappen het dijkbeheer overdroegen,
met iet oog op de komende dijkverhoging. De
Proi nciale Waterstaat werd belast met de
voo. iereiding en de directie van het werk.
De i im 9 km lange Rijkszeedijk van de
Emr apolder, die aan de oostzijde aansluit op
de v aterschapsdijk, is in de jaren 1981 en 1982
op t eltahoogte gebracht. De 16 km zeedijk
ronc het Eemshaventerrein is in 1972 direct op
Delt hoogte aangelegd.
Kus escherming
Het ustverdedigingssysteem langs de
Wat lenzee bestaat in feite uit drie linies. De
Wat ieneilanden en de hogere zandplaten
tuss> de zeegaten schermen de Waddenzee af
tege golfaanvallen uit de Noordzee. In tweede
linie orgt de ondiepe Waddenzee met de
slikv Iden en kwelders voor de zeedijk er voor
dat e golven sterk worden afgeremd,
waa loor de zeedijken, de derde linie, minder
zwa worden aangevallen. Doordat hier met
narr in de vorige eeuw veel indijkingen hebben
plaa igevonden, waarbij de oude zeedijken
intact werden gelaten, ligt achter de primaire
zeedijken een vrij uitgebreid stelsel van
reservewaterkeringen.
Op advies van de door de Provinciale Staten
van Groningen ingestelde Commissie
Beveiliging Noordkust Groningen is in 1967 op
economische gronden definitief besloten tot
verhoging van de bestaande zeedijk, in plaats
van de aanleg van een nieuwe zeedijk op drie of
anderhalve km zeewaarts, waardoor een
3800 ha groot slikgebied voor de akkerbouw
zou zijn ingepolderd. Nu blijven deze
zogenoemde landaanwinningswerken
buitendijks.
Van het bestaande dijktracé is op twee plaatsen
afgeweken door het afsnijden van haakse
bochten in de zeedijk aan weerszijden van de
Noordpolder. Een derde bochtafsnijding voor de
Negenboerenpolder is niet uitgevoerd, omdat
dit op grote bezwaren stuitte van milieu
instanties. Deze kwelder heeft als hoogwater-
vluchtplaats en broedgebied voor wadvogels
namelijk een grote natuurwaarde.
Bij het bepalen van de golfoploop en de daarbij
behorende kruinhoogte en de aanleghoogte van
de teenconstructie van de Ommelanderzeedijk
is erop gerekend dat de ervoor liggende hogere
kwelders in stand zullen blijven. Een hoog
voorland leidt tot geringere golfaanval op de
dijk, zodat de teenconstructie minder diep kan
worden aangelegd. De zeewaarts van de oude
kwelders gelegen landaanwinningswerken,
belangrijk voor de bescherming ervan, worden
onderhouden door de Rijkswaterstaat, door
middel van graafwerk en het onderhouden van
een netwerk van rijshoutdammen.
Deltahoogten van de Ommelanderzeedijk en de
Emmapolderdijk zijn bepaald met behulp van
golfhoogte- en golfoploopberekeningen van de
Meet- en Adviesdienst van de Rijkswaterstaat
te Delfzijl. Metingen in de natuur werden
daartoe geëxtrapoleerd naar omstandigheden
tijdens een superstorm.
De significante golfhoogten vóór de zeedijk
variëren van 1,5 m bij de Noordpolder tot 2,0 m
bij de Emmapolder.
De Deltahoogte van de Ommelanderzeedijk is
als volgt bepaald: van het basispeil N.A.P.
5,80 m, dat een overschrijdingsfrequentie heeft
van eens in de tienduizend jaar, werd 20 cm
economische reductie afgetrokken. Zo kwam
men op een ontwerppeil van N.A.P. 5,60 m.
Daarbij opgeteld 20 cm voor de relatieve
zeespiegelrijzing en 3,05 m voor golfoploop,
moet de Deltahoogte 8,85 m bedragen boven
N.A.P.
De Deltahoogte van de Emmapolderdijk
bedraagt grotendeels N.A.P. 9,10 m. Voor
211