zei door het waterschap, ging niet zonder slag
of -toot.
De eigenaren, verenigd in de Vereniging van
Oe ereigenaren, hebben in de zestiger jaren
ste k aangedrongen op de aanleg van een
geheel nieuwe zeedijk op enige afstand uit de
kus:, waarbij het ingedijkte gebied landbouw
grond als bestemming zou moeten krijgen.
Hie mee zou de traditie van indijking van
aar geslibde gronden, zoals die met name in de
vor ge eeuw regelmatig heeft plaatsgevonden,
wo den voortgezet. De Commissie Beveiliging
No rdkust Groningen adviseerde echter om niet
in t dijken, maar over te gaan tot verzwaring
var de bestaande zeedijk.
De rustboeren waren daarop niet bereid de
gro iden van de zeedijk te verkopen zonder dat
rek ning werd gehouden met de waarde van
het dijklichaam.
Do r onteigening zijn de benodigde gronden
uitr ndelijk toch verkregen, zij het ten koste van
Ian e procedures en een hoge prijs. Met de
oe\ ;reigenaren waren zowel de Rechtbank als
de loge Raad van mening, dat voor de
bes aande dijk een belangrijke meerwaarde
bo\ rn de agrarische waarde moest worden
bet aid, omdat het waterschap een reeds
bes aand dijklichaam krijgt en zich daarmee, in
ver elijking met onteigening van normale,
vlal <e grond, de aanvoer en verwerking van
bot /vstoffen voor de Deltadijk bespaart. De
me' n/vaarde, ongeveer f 150, per meter dijk,
is g steld op de helft van deze besparing.
Dij ronstructies
De ijken zijn aan de zeezijde verzwaard, omdat
daa mee minder of geen aankoop van landbouw-
gro d gemoeid was en er geen problemen
rezi i met de afvoer van het zoute perswater bij
het rpspuiten van zand.
De ern van zand is vanaf de teen tot een
hoe te van N.A.P. 2,0 a 3,3 m - afhankelijk
van de hoogte van het voorland - bekleed met
een constructie van 20 cm dikke betonblokken
op i rn fundering van 60 cm mijnsteen, afgevlakt
met steenslag. Voor de zanddichtheid van de
con tructie is onder de mijnsteen een filterdoek
aan ebracht op het zand. De constructie is
ope zodat er kort na een zeer hoge waterstand
gee water-overdrukken ontstaan onder de
betf iblokken. Aan de teen wordt de constructie
ond steund door een palenrij met een houten
schct.
Bov n de betonblokken is een dichte bekleding
toer past van 20 cm waterbouwasfaltbeton, tot
een ;oogte van N.A.P. 6,00 m a 6,85 m; de
talu helling bedraagt hier gemiddeld 1 :4. Deze
hoogteligging is zo gekozen dat de golf onder
superstorm-omstandigheden nog juist breekt op
de asfaltbekleding.
De bovenste 3 a 4 m van de asfaltglooiing ligt
min of meer horizontaal; deze strook kan dan
ook worden bereden met auto's en materieel
voor inspectie en onderhoud. Het asfalt is
afgedekt met een dichtingslaag van asfalt-
bitumen, afgestrooid met steenslag.
Op de kruin en het buitentalud boven het asfalt
ligt een kleibekleding ter dikte van 0,8 a 1,0 m;
op het binnentalud is de dikte 0,6 m. Deze klei
is ingezaaid met een graszaadmengsel en
bemest, zodat zich na enkele jaren een stevige
grasmat heeft ontwikkeld. De grasmat wordt
kort gehouden door beweiding met schapen.
Voor het dijkvak van de Noordpolder is over
wogen een groene dijk te maken, omdat hier
vóór de dijk een vrij brede en hoge kwelder ligt,
die de golfaanval beperkt. Deze dijkconstructie
zou niet verdedigd worden met asfalt, maar
boven N.A.P. 3 m worden voorzien van een
kleibekleding, onder de zeer flauwe taludhelling
van 1 :7. Het voordeel van een groene dijk is
dat die beter past in het kwelderlandschap dan
een dijk met asfaltbekleding. De aanleg- en
onderhoudskosten van beide typen dijkcon
structie lopen in de onderhavige situatie maar
weinig uiteen, mede omdat een deel van de
benodigde extra klei van elders zou moeten
worden aangevoerd.
Aangezien in 1981 een gedegen onderzoek naar
de erosiebestendigheid van grastaluds ontbrak
en vertraging in de voortgang van de dijkver
hoging ongewenst was, werd van dit alternatief
afgezien.
In opdracht van de Minister heeft de Technische
Adviescommissie voor de Waterkeringen in
1984 de mogelijkheid van een zogenaamde
tandemdijk onderzocht voor de Lauwerpolder,
het laatst verhoogde dijkvak. De zeedijk zou
dan niet op de Deltahoogte van N.A.P. 8,85
m worden gebracht, maar op een veel lagere
hoogte: tijdens een stormvloed zou dan een
grote water-overslag moeten worden geaccep
teerd, resulterend in een waterstand in de
onbewoonde Lauwerpolder die kon worden
gekeerd door de bestaande tweede kering, de
slaperdijk. Uit het onderzoek is gebleken dat
uitvoering van dit idee niet aantrekkelijk is,
omdat het verdedigen van de kruin en het
binnentalud van de zeedijk tegen grote golf-
overslag en het aanpassen van de slaperdijk
ongeveer evenveel zou kosten als de aanleg van
een zeedijk op Deltahoogte.
Het benodigde zand voor de werken is door
winzuigers vanuit de Waddenzee rechtstreeks in
het werk geperst. De wingebieden zijn gekozen
213