De amvakken 'Speeimansplaten' en 'Marolle-
ga' in de Oesterdam
Tu sen het sluiseiland en het damvak Zuid
wo dt aan de hand van twee bestekken de
vei ere sluiting van de Oesterdam voltrokken.
He grondmechanisch onderzoek dat altijd
voc af gaat aan een ontwerp, toonde een
we iig stabiele opbouw van de ondergrond.
Ge en de veiligheidsfactoren die moeten
wo den aangehouden bleek over een gedeelte
var het tracé een grondverbetering
noc dzakelijk, en over een ander gedeelte een
vo' belastingsprofiel.
Me i werkt van noord naar zuid, zodat de
uit ndelijke sluiting even ten noorden van
da: vak Zuid plaatsvindt. De stroomsnelheden
blij en beperkt tot maximaal 1,2 m/s, zodat een
ski ing met zand betrekkelijk gemakkelijk te
ree seren is.
Ba gerwerk voor het Bathse Spuikanaal
De ontgraving van het Bathse Spuikanaal
ge ehiedt in twee fasen: oevers, insteken en
on erhoudsweggetjes worden in den droge
on graven, en ook sommige gedeelten bij
ov rbruggingen en waar men onontplofte
bo: imen vermoedt uit de Tweede
Wf eldoorlog. De rest wordt weggebaggerd en
ov gebracht naar vier verschillende
spt :iedepots.
Eei deel van de baggerwerkzaamheden, zoals
bijvoorbeeld de doorgraving van de
Oo terscheldedijk, werd uitgesteld, omdat het
pas mag worden uitgevoerd wanneer de
cor partimenteringsdammen klaar zijn.
De ntgraven specie dient deels voor de aanleg
van een landtong waarop de stad Bergen op
Zoo Ti een nieuwe wijk wil bouwen.
Om at het perswater uiteindelijk in de
Oos erschelde terecht komt, is voorgeschreven
dat et daar ook aan moet worden onttrokken.
De waterkwaliteit van het toekomstige Volke
rak- en Zoommeer
Het achter de compartimenteringsdammen te
vormen Volkerak- en Zoommeer vormt een niet
onaanzienlijke verlenging van onze
benedenrivieren. Het inlaatwater komt
voornamelijk van Rijn en Maas, en bevat
derhalve hoge concentraties aan
voedingsstoffen. Aan de hand van drie
modellen van geheel verschillende opzet is
getracht te voorspellen hoe de algengroei zou
verlopen in een nat, een gemiddeld en een
droog zomerseizoen, bij verschillende mate van
doorspoeling met behulp van het Bathse
Spuikanaal. De resultaten van twee van de drie
modellen stemmen goed overeen; zij geven
vermoedelijk een redelijke, maar misschien
enigszins pessimistische schatting van de te
verwachten concentraties van chlorofyl. De
doorspoeling met het Bathse Spuikanaal schijnt
daarop maar een geringe invloed te hebben.
Verhoging van de zeedijken langs de noordkust
van Groningen
De Groninger zeedijk loopt langs de
Waddenzee, de Eems en de Dollard. Al in 1959
werd een eerste dijkvakje op Deltahoogte
gebracht. Thans is 98 van de 101 km versterkt
en verzwaard.
Langs de Waddenkust bestaat de verdediging in
feite uit drie linies: de Waddeneilanden, de
slikvelden en kwelders en dan de zeedijk zelf.
Men besloot in 1967 de kwelders niet in te
polderen.
De aanleghoogte van de dijk bedraagt N.A.P.
8,85 m. De verzwaring ligt geheel aan de
zeezijde, en is gemaakt van in de Waddenzee
gewonnen zand, bekleed met betonblokken,
waterbouwasfaltbeton en hogerop klei.
Vanwege de slechte bereikbaarheid begon het
werk telkens met de aanleg van
toegangswegen; daarna konden de perskaden
worden gevormd, waartussen de dijk werd
opgespoten.
219