minimum beperkt gebleven. Hetzelfde geldt
voor de verpakkingsmaterialen voor de matten.
Door de hoge eisen die aan de gradering in de
mat werden gesteld, en vanwege de
optredende ontmenging in de fabrieksinstallatie,
was het moeilijk aan de eisen te voldoen. Door
aanpassing van de installaties en een zeer
stringente kwaliteitscontrole is dit eindelijk toch
gelukt. Hoe kwetsbaar de mat was, is twee
keer gebleken toen uitstekende onderdelen de
mat over grote lengten opensneden. In één
geval gaf dit aanleiding tot volledige afkeuring
van een mat, en bij één mat moest extra grind-
zand onder de mat worden gestort.
Behalve in de aanloopperiode zijn er geen
problemen geweest met het fabriceren en
leggen van de grindwiepenmatten.
Uitgebreide proeven in Schelphoek toonden
aan dat er op de bodem geen ontmenging
optreedt in een goed samengestelde mat.
Bij beschadiging van de matten was het
noodzakelijk reparaties uit te voeren, hetzij
vanuit een duikkamer, zoals vier keer is
voorgekomen; hetzij, zoals drie keer gebeurde,
door afstorten met de 'Jan Heymans'.
Aanvankelijk waren er problemen met de
procesvoering in de pijp van de 'Jan Heymans',
en ook met de geleverde kwaliteit. De
bemonstering van het grind-zand kwam pas laat
op gang, en aanvankelijk waren er ook nog
vraagtekens bij de betrouwbaarheid van de
bemonstering. Het bleek noodzakelijk
zwaardere eisen te stellen aan de aangevoerde
mengsels.
De verbeterde mengsels, de verhoogde
beheersbaarheid van het stortproces en het
betrouwbaarder worden van de bemonstering
maakten het mogelijk gelijke tred te houden
met de zwaardere eisen die in de Roompot
werden gesteld aan het gestorte materiaal in
vergelijking met de Hammen en de Schaar.
De laagdikte van het grind-zand was overal
voldoende. Vanwege meetfouten was het
noodzakelijk veel meer te storten, om aan een
minimaal aan te tonen laagdikte te voldoen, dan
aanvankelijk in het ontwerp was aangenomen.
Het is tweemaal nodig geweest om vanwege
een te geringe laagdikte de bovenste lagen voor
een deel te verwijderen om grind-zand bij te
storten.
Pas in de Hammen is besloten de ondermat en
de bovenmat tezamen te verdichten in plaats
van ieder apart. De kwaliteit kon alleen
nagegaan worden door procescontrole, waarbij
de matten op de proeflocatie als referentie
dienden. Een zakking van gemiddeld 4 cm werd
onvoldoende geacht om als controle te dienen.
Gesteld kan worden dat de matten overal en
voldoende lang verdicht zijn. Soms was na
analyse van de resultaten lokaal herverdichting
noodzakelijk.
Bij de aanvang van de werkzaamheden bleek
dat de vlakheidsresultaten in het pijlergebied zo
ruim binnen de toleranties lagen, dat een
tegelmat geen absolute noodzaak meer was. Er
zijn dan ook maar heel weinig tegelmatten
gelegd. De toegestane onvlakheid werd
hoofdzakelijk bepaald door de breedte van de
schuifgeleidingen aan de pijler, die de
dwarsscheefstand beperkt. Aangezien de
breedte van de schuifgeleidingen en de
schuifhoogte niet overal gelijk waren, zijn de
aanvaardbare dwarsscheefstanden ook
verschillend.
Slechts op drie plaatsen, één in de Hammen er
twee in de Roompot, bleken tegelmatten
noodzakelijk.
De onvlakheid in de Hammen werd veroorzaak
door vuil in de zuigkoppen van de 'Cardium'.
De oorzaak van de onvlakheden in de Roompo
is onbekend.
Uit het bovenstaande blijkt wel dat met de
'Cardium' een zeer vlak bed gezogen kon
worden en dat het peilsysteem zeer nauwkeurir
was.
De geautomatiseerde verhaalsystemen van
zowel de 'Cardium' als de 'Jan Heymans'
hebben goed voldaan. Bij beide systemen were
met de hand gestuurd, wat resulteerde in een
opdracht aan de computer om de lieren aan te
sturen.
Doordat de mat de 'Cardium' van ogenblik tot
ogenblik volgde, was het mogelijk de matten
met een grote nauwkeurigheid neer te leggen.
De dwarsuitwijking heeft in het algemeen niet
meer bedragen dan 25 cm, met een hoogste
uitschieter van 70 cm. Dit is ruim binnen de
gestelde eis van 1,0 m. Ook het verhalen van
de 'Jan Heymans' geschiedde ruim binnen de
eis van 1,0 m. Zo kwam ook de bovenlaag van
het losse filter keurig op zijn plaats. De mors oi
de bovenmat bleef beperkt tot enkele stenen.
Op Hammen 13 ondervond men bij de
uitvoering niets dan pech: tijdens het leggen
van de bovenmat brak de stuurdraad bij het
positioneren van de kopbalk, waardoor de ball-
in de ondermat vloog, zodat die eerst vanuit d
duikkamer gerepareerd moest worden voordat
de bovenmat gelegd kon worden.
Bij een hernieuwde poging viel de mat vanaf d3
waterlijn uit de staartbalk. De oorzaak was eer
niet beveiligde bedieningsfout. Deze mat moett
worden opgeruimd. Bij het leggen van een
nieuwe bovenmat bleken de borgpennen van ce
matconstructie van slechte kwaliteit te zijn;
tijdens het afzinken sprong zo'n 10% van de
pennen los. Uiteindelijk is ook op deze locatie
de gewenste kwaliteit bereikt.
174