capaciteit van 25 m3/uur. Het tweede watervoe rende pakket wordt afgemalen met bronputten met een opbrengst van 50 m3/uur. Als uitgangs punt voor de bepaling van het waterbezwaar wordt ook de veronderstelling gehanteerd, dat de met steenasfalt beklede ringdijk vrijwel ondoorlatend is; in de praktijk is gebleken, dat na verloop van tijd de doorlatendheid van het totale dijklichaam verkleind wordt ten gevolge van slibafzetting. Om bij inundatie van één of meer bouwdokken het waterbezwaar in de nog te bemalen bouwdokken te beperken, is in de dijken tussen de compartimenten een ondoor latend membraan aangebracht van N.A.P. -15 m tot N.A.P. +5 m. Het berekende waterbezwaar in de eerste fase van de bemaling is voor de diepe bemaling 28800 m3/dag ofwel 1200 m3/uur, en voor de ondiepe bemaling 204720 m3/dag ofwel 8530 m3/uur. Dit water wordt afgemalen door 68 pompen van 35 m3/uur en 246 pompen van 25 m3/uur. Om het grondwater in het ondiepe pakket in het midden van de bouwput te kunnen afmalen tot N.A.P. -16 m, moet het water in de bronnen zelf zo diep mogelijk worden weggetrokken. In de bronneringslijn zal het grondwater minimaal tot N.A.P. -20 m moeten zakken. Dat betekent, als men er rekening mee houdt dat het grond water in de pompput met 3,60 m verlaagd wordt, dat de waterstand in de bronput zal dalen tot N.A.P. -24 m. Er kan dan slechts een filter worden aangebracht van N.A.P. -25 m tat de kleilaag. Tijdens de bemaling zal ervoor moeten worden opgepast, dat de waterstand in de bronput niet daalt tot in het filter. De pompen moeten om te voorkomen dat ze droogstaan zo laag mogelijk in het filter opgehangen worden, wat weer inhoudt dat het water over een maximale hoogte opgevoerd moet worden: 32 m. De diameter van de putfilters diende 300 mm te bedragen. De boringen moesten tot op de kleilaag op N.A.P. -30 m worden doorgezet met een diameter van 500 mm. Om de pompfilters diende een omstorting aangebracht te worden met grinc 1,2-1,7 mm. Van N.A.P. tot het maaiveld moest Inundatie van compartimen I van het bouwdok, augustus 1981 236

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1986 | | pagina 12