Compartiment IV loopt onder water, mei 1985 er nog drie bijgeboord zijn. Tevens werden enige 25 m3/uur-pompen vervangen door zwaardere. De totale verpompte hoeveelheid water, in de periode van juli 1978 tot 3 juni 1985, bedraagt 330 000 000 m3. Het stroomverbruik over deze periode is aanzienlijk. Als we slechts het verbruik van de pompen optellen en geen leidingverliezen rekenen of het onrendabel draaien op de elektriciteitscentrale, dan komen we tot een verbuik van 49 500000 kWh. Gemid deld vond twee keer per maand een storing plaats waarbij één pomp betrokken was. Het aantal keren dat een groot gedeelte van de installatie uitviel, of de hele installatie, is drie. De oorzaak was een schakelfout op de centrale, blikseminslag in de leiding en een spannings 240 piek. Men was steeds in staat om de gehele installatie binnen zes uur weer draaiende te krijgen. Terugblikkend op de zeven jaren bronbema ing van een van de grootste bouwputten ter wereld, kan men vaststellen dat de installat e aan de verwachtingen heeft voldaan. Het b ïek moeilijk, aan de hand van pompproeven e> iet vast te stellen hoe de bronbemaling moet worden gedimensioneerd. Men moet in elk geval overdimensioneren, want later aanpa sen van onvoldoende bronnering kost tijd en d s geld. Te veel overdimensioneren betekent eel problemen bij het zoeken naar een evenwk ht- situatie, daar men dan eigenlijk behoefte h eft aan grotere afstanden tussen de bronputte i en kleinere pompen, anders trekt men het wal irte diep weg in de putten, namelijk tot in het fi ter. Daarom is regelmatige controle van de gro ïd- waterstanden en de waterstanden in bronp tten noodzakelijk. Er moeten dus steeds voldoe ;de peilbuizen worden aangebracht. In de bouv/put Schaar is men erin geslaagd een voldoend bedrijfszekere installatie te ontwerpen en l tte voeren. Er hebben zich tijdens de bemalinc spe- riode geen calamiteiten voorgedaan. Aan I et einde van de bemalingsperiode moest wor den vastgesteld dat de bronputten, die zo'n 6,5 jaar trouwe dienst hadden bewezen, gingen verouderen; de wateropbrengst verminde* de en er moesten telkens weer naastliggende leegstaande bronputten bij het bemalingsr zerk worden betrokken. De grondwaterstand ven de gehele put kwam langzaam omhoog. Blijk aar is de levensduur van een bronput in deze omgeving zo'n 7 jaar. Eind augustus 1985 kon dan ook met een opgeruimd gemoed begonnen worden aa het opruimen van de installatie.

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1986 | | pagina 16