Ja. ari en februari
De inter van 1984 op 1985 die door het
KT VI.I. gekenmerkt wordt als een 'koude
wi ar' is met een koudegetal volgens Hellman
va -93 niet eens een uitzonderlijke winterperi-
od geweest. In 1979 was aan het eind van de
vo periode een koudegetal bereikt van 206,
en 1963 van 337.
Ma doordat kort na elkaar twee vorstperioden
op den, was de winter streng genoeg om
we een Elfstedentocht te houden, en om
gro hoeveelheden drijfijs op het Oosterschel-
del kken te veroorzaken.
Bij e aanvang van de tweede vorstperiode
vo; als gevolg van de sterke afkoeling van het
wa r weer snel ijsvorming plaats. Hoe de
luc; temperatuur in deze periode verliep, is
we gegeven in figuur 4.
Fig. 5, 6. Waarnemingen in
het isterscheldebekken
De e rste vorstperiode liep van 2-21 januari en
detv nede periode van 8-21 februari. Gedurende
beid perioden bleef de temperatuur vrijwel
stee beneden het vriespunt van-1,5°C;
ijsvc ming was dus mogelijk.
Ome t er pas ijs gevormd wordt als het water
het v espunt bereikt heeft, is gezocht naar een
verb id tussen de duur van de vorstperiode en
de w ertemperatuur op verschillende plaatsen
in he bekken. Daartoe is gebruik gemaakt van
de re straties van de HISTOS-meetpalen in het
Volkt ak, bij de Zeelandbrug, en in de meetpun
ten C 4 ten westen van de Roggenplaat, en
BG2, óór Schouwen (figuur 5).
De de elijkse temperatuurschommelingen
word veroorzaakt door de getijstromen, die
het kc de water uit het oostelijk deel westwaarts
brenc n. De temperatuur rond de kentering
word ils gevolg van de uitwisseling ook sterk
bepat: d door het kustwater.
- Begin anuari lag de gemiddelde watertempe
ratuur tussen de 4° en 7°C, maar gedurende de
vorstperiode nam hij snel af. De temperatuur
blijkt duidelijk minder snel terug te lopen
naarmate het water dieper is en meer kan
uitwisselen met zijn omgeving.
Gedurende de perioden met ijsgang waren
verscheidene meetopstellingen in het bekken
ontmanteld of geheel verwijderd, omdat ze niet
bestand waren tegen grote horizontale belas
tingen. Dat leidde wel tot hiaten in de registratie.
De ijstoestand in en rond het bekken, en rond
de stormvloedkering is gevolgd aan de hand
van de berichten van de IJsberichtendienst en
van eigen waarnemingen. Daarnaast zijn vanuit
de lucht foto's genomen, om een overzicht te
krijgen en om vast te stellen of het gaat om
ijsvelden of losse schotsen die in het bekken
drijven en de kering naderen.
De vorming van ijs en de aangroei tot een
bepaalde dikte kan gekoppeld worden aan de
ijsgroeiparameter. Voor de winter '84-'85 is
deze factor bepaald uit de luchttemperatuurge-
gevens en uitgezet tegen de tijd (figuur 6).
Gedurende de eerste vorstperiode is een
maximum-waarde voor de cumulatieve
afkoeling bereikt van 78,5, wat theoretisch zou
kunnen leiden tot een ijsdikte van 20 cm. In het
bekken werd echter pas ijs waargenomen bij
een Sg-waarde van 30; blijkbaar moest het
water nog afkoelen.
Tegen het einde van deze vorstperiode is
drijfijs waargenomen met een dikte van 10 cm,
maar daarnaast ook incidentele pakketten tot
50 cm dik. Deze gelaagde pakketten ontstaan
op platen waar het ijs kruit en vastvriest. Ten
westen van de Zeelandbrug zijn gedurende de
eerste vorstperiode nauwelijks grote platen
drijfijs waargenomen. De scheepvaart heeft
echter wel hinder ondervonden van de ijsgang,
met name in het Volkerak en op de Schelde/
Rijn-verbinding.
De vorst veroorzaakte in januari op de grote
rivieren veel zoetwater-ijs. Ook waren het
Hollands Diep en het Haringvliet dichtgevroren
doordat niet gespuid werd naar zee. Het
Volkerak was grotendeels met ijs bedekt,
hetgeen verklaard kan worden uit een vries-
puntstemperatuur van het water aldaar tussen
0° - 1°C. De scheepvaart ondervond hier veel
hinder van, en er waren al schepen die vast
kwamen te zitten. Voor het eerst sinds 1963
werd een sleepboot ingezet om het ijs te
breken. Op de verbinding tussen Rotterdam en
Antwerpen werd van 18 tot 22 januari in
konvooi gevaren. In het oostelijk deel van de
Oosterschelde, nabij de Kreekraksluizen,
ondervond de scheepvaart minder last van
plaatijs dan voorheen: de Markiezaatskade sluit
thans namelijk een plaatgebied van vele km2's
245