21 3 Fig. Principe van de onder loop reid Fig. Waterstromingsbeeld aan benedenstroomse zijde Fig. Waterstromingsbeeld rone m een kanaaltje in een hor: ntale doorsnede Fig. Golf en verval bij een lang oorsnede van de pijlers 4 cent eters. Blijft het verval dat tot het begin van asie aanleiding heeft gegeven aanwezig, dan z de constructie na verloop van tijd onge kmatige zettingen gaan vertonen: naast vertic ie zettingen gaan ook scheefstanden optre en in verschillende richtingen. Dit pr ;es kan uiteindelijk aanleiding zjjn tot het b- wijken van de gehele constructie. In de prakt: wordt onderloopsheid voorkomen door de kw lengten zo groot mogelijk te maken, of doornedenstrooms een filter aan te leggen, zodat 3t zand niet door de filterlaag kan uitspo en. Vergrc ng van de kwellengte betekent dat het verhar onder de constructie wordt verkleind. Men b eikt dit bijvoorbeeld door toepassing van da ïwanden. Na dez algemene inleiding gaan we nu over tot de derloopsheidproblematiek onder en rondom de pijlers van de stormvloedkering. De ontwerpbelastingen op de stormvloedkering zijn enerzijds een verval van 6,2 m dat langdurig over de kering kan staan, en anderzijds een cyclische golfbelasting. Het verval over de kering veroorzaakt drukverschillen en daarmee verhangen in drempel en ondergrond. Deze stationaire verhangen zijn tijdens een storm steeds van de Noordzee-zijde naar de Ooster- schelde gericht. Juist het feit dat de richting van de stroming steeds dezelfde is maakt deze belasting zo gevaarlijk in verband met het verschijnsel onderloopsheid. Aan de Noordzee zijde lopen tijdens een storm grote golven tegen dé kering, die cyclische drukverschillen en daarmee cyclische verhangen veroorzaken in drempel en ondergrond. Aan de Oosterschel- de-zijde zijn er bij een storm eveneens golven, doch de grootte ervan is een stuk geringer. 249 ROOMLIJNEN UITTREEVERHANGLIJN

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1986 | | pagina 25