5 OVERGANGSCONSTRUCTIE DREMPEL Bij de stormvloedkering worden twee probleem gebieden onderscheiden: het gebied onder en in de directe omgeving van de pijlers enerzijds, en anderzijds het gebied buiten de pijlers. Het gebied buiten de pijlers is gedefinieerd als het gebied waar ten gevolge van het verval geen verhangen meer merkbaar zijn. Daar zijn dus alleen cyclische verhangen aanwezig, als gevolg van de golfbeweging. Allereerst bekijken we het pijlergebied. De funderingsmatten daar zijn relatief stijve constructies. Bij het afrollen op de bodem van de Oosterschelde was het daarom niet uitge sloten dat de ondermatten op eventuele zandribbels niet goed aan zouden liggen. Er konden dan holle ruimten overblijven onder de matten. Er zijn proeven genomen waaruit bleek dat de toppen aan de ribbels iets worden ingedrukt. Omdat de mat niet volledig stijf is zakt hij enigszins in de holle ruimten; toch blijft er nog holle ruimte over. Als de ondermat op een onvlakke bodem is afgerold kan daardoor ook holle ruimte ontstaan tussen de boven- en de ondermat. Er kan ook nog holle ruimte ontstaan in de loop van de tijd, indien er zandlaagjes zitten tussen onder- en bovenmat en tussen de bovenmatten en de pijlers. Deze zandlaagjes zullen onder invloed van het verhang uitspoelen, en als er dan geen zetting optreedt zullen er dus holle ruimten overblijven. Zonder aanvullende maatregelen bestaat de kans dat er wat holle ruimten onder de ondermat zitten; onder de pijlers ten gevolge van hun gewicht minder dan op enige afstand van de pijler. Wanneer een verhang ontstaat zal er zand wegspoelen ter plaatse van de boven stroomse rand van een holle ruimte, dat vervolgens de aanwezige holle ruimten aan de 250 Fig. 5. Gebieden met maatge vende verhangen Fig. 6. Langsdoorsnede var de pijler met de veronderste de holle ruimte onder de mat De verdichtingsponton 'Ma nus' Fig. 7. Langsdoorsnede vai de ondermat, afgerold op e ;n ribbelige bodem benedenstroomse zijde van de pijler gaat opvullen. De doeken waarvan de mat is gemaakt kunnen op de lange duur verteren; waarschijnlijk op onregelmatige wijze. Komt er nu een gat in het dragerdoek boven een holla ruimte onder de ondermat, dan kan de eersta filterlaag, bestaande uit grof zand, door de heersende verhangen worden afgevoerd. D; t betekent dat het oorspronkelijke filter van di ie laagjes van ongeveer 10 cm per laag niet nrvier intact is. Er zullen dan zettingen optreden; mogelijk bezwijkt de constructie uiteindelijk Zitten er holle ruimten tussen de boven- en fe ondermat, dan kan na verteren van het bovi n- doek van de ondermat het grind in de onder na! via mogelijk aanwezige doorlopende holle ruimten worden afgevoerd. Uit proeven is namelijk gebleken dat zelfs grind met een korreldiameter van 8 tot 40 mm onder de

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1986 | | pagina 26