Fig. 3 Doorsnede van de
deurk (links) en defrontwand
fie Roi ïpotsluis met
stortet Iden aan beide zijden,
vlakvc de inundering van de
bouwp
Onder anvullingen en betonwerk, bedroeg 90
kalenc 'weken.
De sIl deuren zijn van het type 'roldeur'; ze
zijn, zi et met beperkingen, berijdbaar voor
zware achtwagens. Er zijn twee deuren in
bedrij aen binnen- en een buitendeur.
De de; en worden bewogen met een maximale
snelhe van 0,25 m/s; de maximale beweegtijd
bedrar t 88 seconden. De nominale slaglengte
van de eur is 18 m, maar voor het bereiken
van de roogzetstand is een slaglengte van
21,3 m eschikbaar.
De dei rust aan de onderzijde met rubber
oplegc gen op twee onderrolwagens, die zijn
voorzit van zowel loop- als leidwielen. Op de
boderr an de sluis zijn railbanen gemonteerd.
De ver ale belasting door het eigen gewicht
en als volg van het verkeer wordt via de
rubber pleggingen op onderrolwagens
overge agen en door de loopwielen afgevoerd
naard ails. De horizontale belastingen als
c evolg an het verval tijdens het bewegen van
e deu n en van golven en wind worden
edee! lijk via de afdrukinrichtingen op de
nderr wagens overgedragen en via de
hidwie n naar de rails afgevoerd. Aan de
lovenz de wordt de deur via een uithouder
ïetafc ukrichtingen horizontaal ondersteund
oor dt aovenrolwagen, die eveneens met
railban i in de deurgoot geleid wordt. Hierlangs
wordt c rest van de horizontale belasting
fgevoi d.
- an de fdrukinrichting is tevens een trekinrich-
ng be stigd, die de deur eenzijdig aandrijft,
he deu vordt tijdens het bewegen in de
hidder ositie gestuurd door de onder- en
lovena Irukinrichtingen. Hiermee wordt
oorko; en dat de deur tijdens de beweging
met het out langs de betonaanslagen schuurt,
wat extra slijtage zou opleveren en tevens
meer motorvermogen zou vragen. De uithouder
aan de roldeur steekt om esthetische redenen
zijdelings in de goot waarin het machinewerk
staat opgesteld; hierdoor is de aandrijving van
bovenaf niet zichtbaar. De aandrijving geschiedt
met een Herwerk.
Om te voorkomen dat de kabel bij plotselinge
grote belastingwisselingen gaat slaan, wordt
hij een aantal malen ondersteund. De liertrom
mel wordt aangedreven met behulp van aan
weerszijden aangebrachte hydromotoren.
De hydraulische eenheid van de deuraandrijving
staat evenals de elektrische installatie opgesteld
in een tegen hoog water beschermde ruimte
achter de deurkas.
Het hydraulische systeem voor de afdrukinrich
tingen is geïnstalleerd in de roldeuren zelf; het
is toegankelijk via een afsluitbare doorgang
aan de deurniszijde van de roldeur.
Het hydraulische systeem wordt elektrisch
gevoed via een kabelgeleidingssysteem dat
zich bevindt in de machinegoot, en dat is
gekoppeld aan de uithouder van de roldeur. In
gesloten positie is de deur in dwarsrichting vrij
beweegbaar tussen de sponningen. Op deze
manier kan aan de afdichtende functie worden
voldaan wanneer zich een waterstandsverschil
over de deur opbouwt. De boven- en onderaf-
drukinrichtingen zijn dan drukloos.
De kolkomzetting vindt plaats via vier afsluitbare
openingen in elke roldeur. De vorm en de
afmetingen van deze openingen zijn vastgesteld
met behulp van stromingsproeven. De deur-
schuiven hebben twee hefsnelheden: bij
vervallen over de deur kleiner dan 1,5 meter is
de snelheid 6 mm/s, en bij grotere vervallen 3
mm/s. De aandrijving van de deurschuiven
geschiedt mechanisch door middel van een
heugel; deze bevindt zich in dezelfde ruimte als
de hydraulische eenheden voor de afdrukinrich
tingen.
De trekkabel van de deuraandrijving is berekend
op de maximaal optredende trekkrachten aan
de deur, vermeerderd met een veiligheidscoëf
ficiënt. Opnemen van de remkrachten van
zwaar verkeer over de sluis door voorspannen
van de trekkabel in gesloten positie van de
roldeur zou de toe te laten trekkracht van de
kabel overschrijden. Daaruit zou vergroting van
de kabeldiameter moeten volgen, die dan weer
een vergroting van de diameter van kabeltrom
mel en kabelschijf tot gevolg zou hebben, en
de kosten zou opdrijven.
Een goedkopere oplossing was een grendel
uitgevoerd als hydraulische cilinder met een
aanslag, die is ingetrokken als de roldeur
beweegt en dan tegen de deur aanligt. In
gesloten positie van de roldeur is de cilinder
257