De sluiting van het Marolleg.it
In de zomer van 1985 is de sluiting van het
Marollegat gerealiseerd, als eerste zandsluiting
van de compartimenteringswerken. De sluiting
vormde een onderdeel van de aanleg van de
Oesterdam; ze vond plaats tussen de zuidzijde
van het damvak Speelmansplaten II en de
noordzijde van het reeds in 1981 gereedgeko
men damvak Zuid.
Als voorloper op de toekomstige grote zand-
sluitingen van het Tholense Gat, het Slaak en
het Krammer bood de vrij eenvoudige zand
sluiting van het Marollegat een prachtige
gelegenheid om ervaring op te doen met
meet- en observatietechnieken. Ook reeds bij
de aanleg van de damvakken Speelmansplaten
I en II werden al metingen verricht. De metingen
bij de sluiting van het Marollegat waren
gericht op de ijking van het zandsluitmodel
MOZAS. Om het inzicht in allerlei processen te
verbreden is een ruim programma van metingen
uitgevoerd, in het bijzonder op de zandstorten.
Fig. 1. Overzicht van de
compartimenteringsdammen
Foto rechts: Bedrijvigheid
rond het sluitgat
Bij een zandsluiting wordt vanaf één of beide
oevers een sluitkade uitgebouwd van minimale
afmetingen. Ook kan men over de gehele
breedte de drempel geleidelijk verhogen.
Om meer inzicht te krijgen in de processen die
bij zo'n sluiting optreden, is onderzoek gedaan
in werkbaarheidsmodellen met als uitgangs
punten: de perskaden, de breedte van het stort,
en de inzet van bulldozers. Daarnaast werden
in een voortgangsmodel van de zanddam
parameters onderzocht als de korreldiameter
van het zand, de zuigerproduktie en de storthel-
lingen. Dit voortgangsmodel zal tijdens de
uitvoering van de zandsluiting nauwgezet in de
natuur worden gevolgd.
Alle waarnemingen werden beschreven in een
evaluatie-rapport. Ten aanzien van de werkbaar
heidsmodellen bleek dat de erosie van de
perskaden bij een stroming van 1 a 1,5 m/s en
een 20 cm dikke mengsellaag ongeveer 7,5
260