mansplaten I is gebleken dat de werkbaarheids coëfficiënt gemiddeld 1,3 was en de produktie- coëfficiënt 1,7. Het maakt dus nogal wat uit of de gemiddelde produktie via de ene of de andere coëfficiënt wordt berekend. Als vervolg op de metingen tijdens de uitvoering van bestek Speelmansplaten I is een nieuw meetplan opgesteld. Nu dienen de metingen behalve op de onderwaterhelling en het mengselstroomproces onder water bovendien gericht te zijn op ijking van het zandsluitings- model MOZAS. Daartoe dienen onder andere metingen te worden uitgevoerd van het zandtransport en het stromingsbeeld. Daar de maximaal voorspelde stroomsnelheid tijdens de sluiting van het Marollegat 1,2 m/s bedroeg, was de verwachting dat de processen die zich voor zouden doen bij deze stroomsnelheid redelijk meetbaar zouden zijn. Het ging om bepaling van het stromingsbeeld en het uitvoeren van peilingen, om zandtrans- portmetingen en om het volgen van het mengselstroomproces onderwater. De mede werkers van de Deltadienst concentreerden zich met name op de processen bij het onder- waterstort, terwijl medewerkers van de TH Delft en het Waterloopkundig Laboratorium zich hebben beziggehouden met het bovenwa- terstort. Ook deze onderzoeken zullen in de volledige rapportage worden opgenomen. Daarop vooruitlopend kan met de nodige reserve worden gesteld dat met name de inzichten in het fenomeen 'mengselstroom' een andere wending nemen dan tot nu toe was veronder steld. Een duidelijker beeld zal in de eindrap portage van het betrokken onderzoek worden vermeld. Uitvoering Tenslotte volgt nog een beschrijving van de uitvoering van de sluiting van het Marollegat. De damvakken Speelmansplaten II en Marolle gat zijn in tegenstelling tot de overige damvak ken van de Oesterdam niet gebouwd op de aanwezige grondslag, maar op een grondver betering. De grondverbetering heeft op de bodem van het cunet een breedte van 76 m, en ter plaatse van de geplande sluiting van het Marollegat zelfs van 110 m. De slechte grondslag van veen en slappe kleilagen is met behulp van de cutterzuiger Mercurius tot op het pleistocene zand wegge- baggerd. Vervolgens zijn vanuit het damvak Speelmansplaten I het cunet en het damlichaam gevuld en opgespoten met zand dat door de winzuiger 'Zuiderclip' gewonnen werd in het 262 zandwingebied ten noorden van Speelman:- platen I. Het zandbedrijf is uitgevoerd in een drieplo s- gendienst, wat neerkwam op 120 uur per w rek. Het cunet werd gevuld en het damlichaam opgespoten tot aan de plaats waar volgens het bestek de sluiting moest worden uitgevoerc Vervolgens werd de plaats van sluiting van noord naar zuid gepasseerd met een drijver de leiding. Vanaf de kop van het damvak Zuid werd nu het nieuwe damlichaam opgespoti n, ook weer tot aan de plaats van de sluiting. Het opspuiten geschiedde in twee slagen, n et een zogenaamd onder- en bovenstort. Het onderstort werd tot een hoogte van N.A.P. 2 m, ofwel gemiddeld hoogwater, in een op an stort gemaakt, dus zonder perskaden, en he bovenstort tot een hoogte van N.A.P. 4 n in een gesloten stort, door middel van perskai en. Gelijktijdig met het opspuiten van het onder: tori aan de noord- en zuidzijde van het sluitgat werd het verbrede cunet ter plekke van het sluitgat gevuld tot ongeveer de hoogte van iet omliggende maaiveld. Het sluitgat werd vanaf de noordkant dichte e- spoten door de 'Zuiderklip', die een gemidd :1de bruto-uurproduktie had van 2000 m3. Op 3 juni 1985 had het sluitgat op het hoog\A ater van 16.43 uur nog een gemiddelde diepte v in N.A.P. - 3.70 m en een breedte van 300 mep N.A.P. Bij het volgende hoogwater, 4 juni o n 5.46 uur, was de diepte afgenomen tot gerr d- deld N.A.P. - 2.80 m; de breedte bedroeg tc en nog 250 m. Van 4 tot 6 juni is er in hoofdzaak in de bree dte van het zandlichaam gespoten, om voldoer de zand in het te maken strandprofiel te krijge Het zandspuiten is tijdens het opzetten van de perskaden normaal doorgegaan, behalve o het hoogwater van 18.51 uur. Toen is er ee stop gemaakt van ongeveer een uur, om de westelijke perskade opnieuw dicht te zetter die door de windgolven over een geringe lengte was weggeslagen. In de daarop volgende laagwaterperiode is iet zandspuiten nog eens drie uur onderbrokei om de perskaden met zand uit het gesloten stort hoger op te kunnen zetten; daarna we d het damlichaam verder opgespoten: de slu ting van het Marollegat was een feit. De sluiting van het Marollegat heeft door d in het werk verrichte metingen een duidelijke beeld gegeven van met name de mengsel- stroom. Deze verkregen resultaten zullen worden meegenomen in de komende ontw ar- pen van de grote zandsluitingen. De wijze ar sluiting van het Marollegat is echter niet vergelijkbaar met die van de sluitgaten Sla k, Tholense Gat en Krammer.

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1986 | | pagina 38