echter niet. In de zomer daarentegen is de temperatuur in de kom en het Volkerak juist hoger: gemiddeld ongeveer 1°C. Maximaal liggen de verschillen in de orde van grootte van 2 tot 3°C. Er vinden op de Oosterschelde geen noemens waardige warmtelozingen plaats. De belangrijk ste oorzaak voor de geconstateerde verschillen moet dan ook gezocht worden in de invloed van de weersomstandigheden. Het kleinere Fig. 2a. en 2b. Percentage rivierwater voor de Deltaku >t onder normale omstandigheden (links) en tij hoge afvoer van de Rijn en Maas en noordwestenwinc Fig. 3. Procentuele verdeli g van de belasting op de Oosterschelde Tabel 3. Doorzicht en zwevende-stofgehalten in de Oosterschelde. Gemiddelden over 1981 t/m 1983. Doorzicht in m Zwevende stof in mg/l Volkerak Kom Monding Volkerak Kom Monding 1e kwartaal 1.5 0.9 0.8 6 30 40 2e kwartaal 1.7 1.5 1.6 4 22 21 3e kwartaal 2.3 1.8 2.1 3 12 13 4e kwartaal 1.6 1.1 0.8 12 19 27 Tabel 4. Veranderingen in de waterkwaliteit van toestromend water naar de Oosterschelde. Hollands Diep Dintel concentraties in g/m3 1972 t/m 1974 1979t/m 1981 1972t/m 1974 1979t/m1981 nitraat 3,0 3,8 2,5 3,0 ammonium 2,3 0,6 2,2 4,6 totaal stikstof 6,5 5,1 6,3 10,3 ortho-fosfaat 0,2 0,3 0,2 0,5 totaal fosfaat 0,4 0,4 0,6 1,0 opgelost silicium 2,2 2,2 - 266

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1986 | | pagina 42