De d> jrbaggering van de
west( ijke ringdijk om de
bouw jut van de Krammer
sluize
Om een goede werking te kunnen garanderen
moesten de bewegingswerken tijdig gemon
teerd worden; voor wat betreft de roldeuren
was dit gepland in augustus 1 985. De deuren
dienden vanaf het water te worden geplaatst
met behulp van een drijvende bok, de 'Taklift
2'. Deze bok kon niet vanaf de oostzijde
opereren in verband met de overbrugging
daar. Dit bepaalde de werkvolgorde. Eerst
werd de westelijke ringdijk doorgebaggerd,
daarna werden de deuren geplaatst, en zodra
die voor het verkeer berijdbaar waren kon de
oostelijke ringdijk worden doorgebaggerd.
Ingevolge het principe werk met werk maken,
werd met het vrijkomend zand uit de ringdijken
het damvak Slaak aangelegd op de slikken van
de Heen, en een wegcunet gerealiseerd in de
Prins-Hendrikpolder.
Het werk begon met de ontmanteling van de
westelijke ringdijk. Het zand boven N.A.P.
2,00 m werd in den droge ontgraven en naar
het cunet vervoerd. Inmiddels werd de klei uit
de westelijke helft van het cunet ontgraven en
gedeponeerd op de oostelijke helft, zodat het
vrijkomende zand onmiddellijk op de definitieve
plaats kon worden gebracht. Hierdoor werd
tevens een rijbaan gemaakt waarlangs men
het te maken damvak met droog materieel
kon bereiken.
In verband met het mogelijk optredend
stormgevaar diende de westelijke ringdijk tot
eind april tot een hoogte van N.A.P. 4,00 m
in stand te worden gehouden, inclusief de
glooiing. In de bouwput kon inmiddels een
deel van de te maken aansluitingen in den
droge worden gemaakt.
In het bestek was de eis opgenomen dat de
waterstand in de bouwput vóór het doorbag-
geren moest worden opgezet tot N.A.P.
2,00 m, zodat op het moment van doorbagge-
ren een naar buiten tredend verval zou
plaatsvinden. Dit had als doel dat geen zand
de bouwput en de sluis zou instromen en zich
in de deurkassen en riolen afzetten. De zuiger
diende voldoende tijd te hebben om een zo
groot gat te maken dat na de kentering de
stroomsnelheden niet groter zouden worden
dan 0,5 m/s.
Om geen enkel risico te lopen heeft de
aannemer voor de volgende oplossing
gekozen. Nadat het zand boven N.A.P. 2,00
m was verwijderd is langs de rand van de
bouwput een zandkade gezet, met een
kruinhoogte van N.A.P. 4,00 m en een
kruinbreedte van 5,00 m. Hierdoor wordt het
mogelijk de buitenste kade weg te baggeren.
Gedurende de nachturen werd met behulp van
de zuiger door middel van een daarvoor
speciaal gemaakte aftakking water in de
315