Y - Fig. 1Voorbeeld van een grondwaterstanddalings diagram Fig. 2 Fasering van het nader onderzoek FASE OMSCHRIJVING 1979 1980 1981 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1 VERKENNING OMVANG PROBLEEM 3 INSTELLEN SCHADECOMMISSIE 5 VOORSPELLEN GEVOLGEN NEMEN VAN EVENTUELE MAATREGELEN 7 VASTSTELLEN EINDTOESTAND meet et van peilfilters: fase 2. Dat meetnet heeft een tweeledig doel. Allereerst moet het vasts ellen hoe groot de werkelijke grondwa- tersttndsveranderingen zijn, door vergelijking van d 3 gegevens uit fase 4 en 7; verder dient het o t gegevens te leveren voor het maken van b ;ter betrouwbare voorspellende bereke- ninget. Deze laatste opdracht is bedoeld om bij dr igende omvangrijke schade maatregelen teku: nen treffen vóór de nieuwe toestand; in het p in is dat fase 6. Om d 3 personele inzet en de kosten te bepe een is gekozen voor een systeem waarbij alleei wordt gemeten in een aantal loodrecht op de oever staande dwarsraaien (figuur 3). Elke c warsraai heeft enkele diepe peilputten totor geveer 20 m onder het maaiveld. Bij het aanbrangen zijn van de verschillende bodem lagen monsters genomen en op doorlatendheid onderzocht. In die peilputten zijn vervolgens op verschillende hoogten peilfilters aange bracht. Voor het vaststellen van de grondwa terstanden in de akkers zijn in elke raai verscheidene landbouwbuizen geplaatst, reikend tot 2 m onder het maaiveld. Na de voltooiing van het meetnet kon fase 4 intreden: het eigenlijke meten. De periodieke metingen van alle peilfilterwaterstanden, twee keer per maand, worden aangevuld met een beperkt aantal metingen met registreerappa- ratuur die inzicht geeft in de standen tussen de halfmaandelijkse metingen in, en ook in de in diepe filters meetbare invloed van het getij. De gegevens worden verwerkt en jaarlijks in een meetrapport samengebracht. Een voorbeeld geeft figuur 4. Ervaringen elders hebben aangetoond dat bij optredende schade verschil van mening kan 319

Tijdschriftenbank Zeeland

Driemaandelijks bericht Deltawerken | 1986 | | pagina 41